Mini-maantjes ontdekt IN de ringen van Saturnus
Met behulp van de Saturnusverkenner Cassini zijn astronomen er in geslaagd om mini-maantjes te ontdekken van een paar honderd meter tot enkele kilometers groot. Deze maantjes cirkelen middenin de ringen van Saturnus. Er zouden wel 10 miljoen van dit soort maantjes kunnen voorkomen in de ringen. Gisteren is in het wetenschappelijk tijdschrift Nature een artikel over de minimaantjes verschenen.
De minimaantjes zelf zijn op de foto's van Cassini niet gezien, maar wel de propellervormige structuren in de mid-A ring, die het gevolg zijn van de maantjes (zie foto's). Deze structuren zijn het gevolg van de lokale dichtheidsveranderingen in het ringmateriaal, die op hun beurt weer het gevolg zijn van de aantrekkingskracht van de mini-maantjes. In totaal zijn vier van dergelijke structuren in de ringen ontdekt. Eerder al hadden de astronomen in de ringen een tweetal maantjes ontdekt van enkele kilometers grootte, Pan en Daphnis. Deze blijken nu dus de grote varianten te zijn van de mini-maantjes. De ondermaat van deze klasse maantjes is volgens de astronomen tussen de 40 en 120 meter. Door het bestuderen van de mini-maantjes hopen de astronomen mee te weten te komen over de wijze waarop proto-planeten ontstaan zijn uit de stofschijf die de de zon ruim 4,5 miljard jaar geleden omhulde. Bron van al die wijsheid over de mini-maantjes: Ciclops
Brittanica versus Nature
In hetzelfde nummer van Nature overigens ook een interessant bericht over de makers van de encyclopedie Brittanica (Nature). Het statige Brittanica werd in december vergeleken met de internet-encyclopedie Wikipedia (zie mijn astroblog hierover van 18 december 2005). Daaruit bleek dat Wikipedia helemaal niet zo slecht is vergeleken met de Brittanica. Ook de Brittanica bleek namelijk te wemelen van de fouten. Onterecht aldus de makers van de Brittanica. De redactie van Nature wijst op haar beurt de kritiek weer van de hand. Wordt vervolgd!
0 Comments:
Een reactie plaatsen
Links to this post:
Een koppeling maken
<< Home