FRANSE BRAKKENRASSEN

Ik word regelmatig benaderd door mensen die een Franse Brak willen aanschaffen. In veel gevallen blijkt het om een Braque Français te gaan. De eigenaar in spé maakt daarbij een flinke vergissing. Een Braque Français is namelijk geen brak zoals wij die kennen. Een brak is een lopende hond, een braque een staande hond. Een Braque Français, een Braque du Bourbonnet, een Braque Bleu d’Auvergne, het zijn allemaal honden die het wild aanwijzen en apporteren. Rassen die in Nederland dus niet bij de Brakkenclub thuishoren. Rassen die ook niet in Nederland gefokt worden en die vaak geen of slechts een enkele vertegenwoordiger in Nederland hebben. De brakken, zijn honden die het spoor van het wild volgen en daarbij luid geven (blaffen). De jager weet dan waar de hond (en het wild) zich bevindt.

Behalve de Bleus de Gascogne, de Gascon-Saintongeois en de Ariégeois kent Frankrijk nog veel meer brakkenrassen. Een aantal van deze rassen is ook vertegenwoordigd in Nederland. Een andere groep komt alleen in Frankrijk voor, en dan vaak ook nog alleen in meutes. Deze honden worden vrijwel alleen voor eigen gebruik gefokt en niet voor plaatsing bij particulieren.

Het westen van Frankrijk is de bakermat van een aantal ruwharige rassen, de Griffon Vendéen en de Fauve de Bretagne. De Griffon Vendéen bestaat in vier varieteiten. De Grand Griffon Vendéen, de Briquet Griffon Vendéen, de Grand Basset Griffon Vendéen en de Petit Basset Griffon Vendéen. De Fauve de Bretagne kent twee vormen: de chien Fauve de Bretagne en de Basset Fauve de Bretagne. De Chien d'Artois en de Basset Artésien Normand zijn beiden gladharig.

De Fransen verdelen de brakken of chiens courants in twee groepen. De honden voor de petite venerie en de honden voor de grande venerie. Deze laatste groep wordt ook wel chiens d’ordre genoemd. De term chiens d’ordre is ontstaan doordat de honden totaal ondergeschikt zijn aan de man die met ze jaagt. Een équipage behaalt geen enkel resultaat als de honden niet geschikt zijn voor de jacht op een bepaalde prooi (hert, ree, zwijn, vos). Evenmin als ze tijdens een jacht diverse prooien bejagen en al helemaal niet als ze niet in meuteverband willen jagen. Een équipage die op hert of wild zwijn jaagt, laat tijdens de laisser-courre 40 tot 60 honden los. Bij de hertenjacht gaat het om 20 tot 30 honden, terwijl voor de jacht op de vos 30 tot 40 honden worden ingezet. Tot de chiens d’ordre behoren de Poitevin, Français tricolore, Anglo-Français tricolore, Français blanc et noir, Anglo-Français blanc et noir en de Billy. De Français blanc et orange en de Anglo-Français blanc et orange zijn vrijwel verdwenen. Bij de Franse Club du Chien d’Ordre zijn ook enkele Foxhound meutes aangesloten. Alles bij elkaar zijn er in Frankrijk ongeveer 20000 chiens d’ordre. 5000 honden jagen op hert, iets meer op ree en ongeveer 1700 worden gebruikt voor de zwijnenjacht. 2500 honden jagen op vos. De overige honden worden gebruikt voor de jacht onder het geweer.

 

Anglo-Français

Basset Artésien Normand

Basset Fauve de Bretagne

Billy

Briquet Griffon Vendéen

Chien d'Artois

Chien Fauve de Bretagne

Chiens Français

Grand Basset Griffon Vendéen

Grand Griffon Vendéen

Griffon Nivernais

Petit Basset Griffon Vendéen

Poitevin

Porcelaine