Geschiedenis van de vesting Naarden

000


Poorten, ravelijnen en enveloppe

Het aantal poorten van de vesting werd teruggebracht tot twee: de Amsterdamse Poort aan de noordwestkant van de vesting, halverwege de bastions Nieuw Molen en Oud Molen en de Utrechtse Poort aan de zuidoostkant, halverwege de bastions Oranje en Promers. Beide 17e-eeuwse poorten zijn nu verdwenen. De Amsterdamse Poort werd in de Eerste Wereldoorlog afgebroken om een eventuele terugtocht van troepen door de vesting te vergemakkelijken. De Utrechtse Poort werd in 1877 vervangen door het poortgebouw dat er nu nog staat.

De vesting werd omgeven door een brede gracht. Voor de rechte stukken vestingwal werden in de gracht versterkte eilandjes aangelegd, de ravelijnen. Deze eilandjes hebben een naar buiten gekeerde punt met lange voorkanten en korte zijkanten. Ze werden versterkt door een aarden wal, aan de grachtzijde voorzien van een bekledingsmuur. In de naar de vesting gekeerde achterzijde kwam een landingsplaats voor de aanvoer van manschappen en materieel. In de bastions van de vesting zijn poortjes aanwezig die uitkomen op het water voor de teruggetrokken lage flanken. Die maakten het mogelijk ook tijdens een beleg veilig bootjes voor de bevoorrading van de ravelijnen uit te rusten.

Rondom de vestinggracht werd een tweede aarden wal aangelegd, de enveloppe of bedekte weg, zelf ook weer beschermd door een gracht, de voorgracht. De enveloppe moest de bekledingsmuren van de hoofdwal beschermen tegen direct vuur en vormde tevens een extra hindernis voor een aanvaller. Zij volgt de loop van de vestingwerken en heeft daardoor een zigzagvorm, met twaalf uitspringende punten: één voor elk bastion en één voor elk ravelijn. Zowel in de uitspringende punten als in de binnenwaarts gerichte hoeken werden kleine aarden versterkingen aangebracht, zogenaamde uit- en inspringende wapenplaatsen.

Zo was in enkele jaren tijd rond de oude stadskern een geheel nieuwe vesting gebouwd. Alleen buitendijks was het werk nog niet af. Hier werd de enveloppe pas in de 18e eeuw aangelegd, evenals het ravelijn Oud Molen-Katten. In 1747 werd een kleine aarden schans aan de zeekant ten noorden van de vesting gelegd om de strook land tussen de zomerkade en de zeedijk af te sluiten. In 1787 werd de schans vernieuwd en door een borstwering met de vesting verbonden. In de loop der jaren groeide deze schans uit tot het huidige Fort Ronduit.

Vervolg: Een vesting zonder kazernes.


Terug naar begin