Rondreis
door Yemen » Pagina 03
Terug naar Index ...
Woensdag 18 oktober,
Een prima ontbijt, daar is niets mis
mee. Daarna togen we naar ‘Het Nationaal Museum’ van
Ta’ïzz: dit is het voormalig paleis van Imam Ahmed, waarin
alle troep die deze man in de loop van zijn carrière heeft verzameld
ligt uitgestald, kennelijk nog steeds zoals hij alles zestig jaar
geleden heeft achtergelaten. De stofdoek is beslist geen Yemenitische
uitvinding. De collectie bestond voornamelijk uit honderden brillen,
vulpennen, horloges, paspoorten en flesjes met allerlei (Europese)
geurtjes. Verschrikkelijk, wat een troep. Wat wij gewoon in de winkel
kunnen kopen ligt hier als iets heel bijzonders in een museum te
‘pronken’. Het werkte wel op ieders lachspieren. Ook
zijn er een relaxkamer, een schuilkamer met wapentuig, diverse slaapkamers
en een kamer met een uitbouw, meer een soort erkertje (om de parades
af te nemen) te bewonderen. Na de bezichtiging laten we ons terugbrengen
met een klein minibusje waarin Hans en ik zich moeten dubbelvouwen
om er in te passen. We zien alleen maar onderlichamen voorbij komen.....
Als je de chauffeur vraagt wat de kosten zijn worden we verbaasd
aangestaard. Je geeft gewoon wat het je waard lijkt! Waarop wij
de chauffeur verbaasd aanstaren. Het is in ieder geval spotgoedkoop.
Nu is het tijd voor de souq: we gaan met enkele mensen van de groep
op pad. De lol is echter gauw over als we richting moskee lopen:
we worden door enkele kinderen, die ergens op een dak staan, met
stenen bekogeld en Kitty is de klos: haar neus werd getroffen en
bloedde. We besloten rechtsomkeer te maken richting hotel. Daar
aten we wat en ’s middags werden we door onze chauffeurs weggebracht
net buiten de stad naar boven halverwege de ‘Jebel Sabir’,
een berg net aan de rand van Ta’ïzz. We lopen zelf verder
naar boven samen met Hans, Liesbeth, Ernie en Mieke. Een gezellige
en mooie wandeling met een prachtige blik over Ta’ïzz en de
belvedère van Ta’ïzz. Boven zo een grote stad zie je bij deze
warmte en drukte een ‘mist’ hangen die doet denken aan
de grote steden bij ons. De terugweg was er één die we nooit zullen
vergeten.
We vonden het welletjes met het lopen en besloten te liften. Er
stopte een ‘pick-up" en Hans, Liesbeth en Henri stapten in
het bakje, Herma, Ernie en Mieke vonden dat niet sportief genoeg
en besloten terug naar beneden te wandelen. De hilariteit is groot
als even later de rest van het gezelschap, Herma, Mieke en Erny
dus, langs gereden komen in een zeer luxe, nieuwe RangeRover! Ze
hadden het kennelijk na honderd meter wel gezien met dat ‘sportieve’.
We werden allemaal onder aan de berg afgezet en besloten een taxi
te nemen. Er stopte een oude Toyota ‘Crown’ van 20 jaar
oud en de chauffeur was graag bereid om zés personen mee te nemen,
waaronder enkele blonde dames........ Op de voorbank zaten de drie
dames met onder zich de versnellingspook, tot groot genoegen van
onze kleine Yemenitische chauffeur, die heel veel moest schakelen!
Hij reed gigantisch om en reed al toeterend door een oude woonwijk,
waarschijnlijk om zijn ‘vangst’ aan al zijn familie,
vrienden en buren thuis te laten zien. Aangekomen bij ons hotel
rolden we brullend van het lachen de taxi uit en hadden we echt
wat tijd nodig om weer bij te komen...... Dolle pret. ’s Avonds
gingen we met z’n zessen uit eten in een ander deel van de
stad: we lieten ons naar restaurant ‘Arabian Night’
brengen. Het was heel lekker en heel gezellig. Om richting hotelwaarts
niet te verdwalen besloten we een taxi aan te houden. Er stopte
een mooie nieuwe “RangeRover” met twee jonge Yemenieten
aan boord. Na even gereden te hebben vroegen ze waar we vandaan
kwamen. Holland? Prima! Er werd wat in het dashboardkastje gerommeld
en het Arabische bandje dat draaide werd er uigeknikkerd en vervangen
door een bandje van ........ de Beatles! Hilariteit bij ons. We
kregen ook sterk de indruk dat dit eigenlijk geen taxi was maar
twee opgeschoten jongelui die wel eens met een buitenlander wilden
babbelen! Hartstikke leuk toch. Toen we dan ook vroegen wat het
kostte wisten ze niet zo goed raad: geef maar wat. 10 Rial deed
al weer wonderen.
Donderdag 19 oktober,
Om 06:00uur liep de wekker af en om 07:00uur zaten we aan het ontbijt.
De reis gaat vandaag via Al Mokka naar Al Khokha. (Spreek uit Al
Mogga en Al Gogga: de Arabische taal kent geen letter ‘K’).
Deze plaatsen zijn gelegen in de Tihama. De Tihama is de lange kuststrook
in het westen van Yemen. Dit enorme zandstrand ligt aan de Rode
Zee en loopt van het uiterste zuidelijke puntje van het oude Noord
Yemen tot de grens met Saoedi-Arabië in het noorden. Tihama betekent
letterlijk 'hete aarde' en dit gedeelte van Yemen doet deze naam
alle eer aan. In de zomer kunnen de temperaturen overdag hier gemakkelijk
oplopen tot 50°C. en bedraagt de luchtvochtigheid gemiddeld 85%.
Nu is het hier winter en we prijzen ons gelukkig met een temperatuur
van om en nabij de 28°C...... Eerst reden we door een woestijnachtig
landschap en daarna langs de Rode Zee kust, die er absoluut niet
uitzag als de strandkust die we in ons kikkerlandje kennen, maar
eerder als een verlenging van de woestijn. We zagen er veel zeearenden
die, als we niet té dichtbij kwamen, rustig bleven zitten. Ook hebben
we vissers gezien die tot hun knieën in het water met een net stonden
te vissen. Allemaal heel primitief en eigenlijk ook heel armoedig:
de mensen die hier in deze omgeving en deze temperatuur moeten overleven
hebben het beslist niet makkelijk. Eén van de vissers liet ons zijn
vangst zien en ik heb hem geportretteerd, hetgeen hij prima vond.
De bootjes waarin sommige vissers zich in het water waagden zagen
er ronduit gevaarlijk uit. Een stukje verderop kwamen we een paar
kamelen (eigenlijk dromedarissen) tegen, zoals je bij ons koeien
in een weiland ziet: heel apart allemaal.