Rondreis
door Yemen » Pagina 09
Terug naar Index ...
Zaterdag 28 oktober,
Vanochtend gaan we met de hele groep naar de souq
van Sada’a, zo’n 12 Kilometer buiten de bewoonde wereld,
de ‘Souq Al Thal’. Je kunt merken dat je vlak bij de
grens met Saoedi-Arabië zit, want het stikt hier van de smokkelwaar:
veel wapens en kraampjes (of liever gezegd tapijtjes en hokjes)
volgepakt met westerse spullen: radio’s mixers, motorolie,
pistolen, mitrailleurs, messen, dolken, babykleertjes en alles wat
je maar kunt bedenken en zelfs meer dan dat. Te veel rommel om op
te noemen. Het was er erg bedrijvig. We zagen metaalarbeiders die
de karakteristieke deuren maakten die je overal in Yemen ziet: blauw
metaal en naar gelang de financiële draagkracht van de klant meer
of minder bewerkt. Ook was er een kamelenmarkt, maar die liep kennelijk
op zijn eind die dag want er was geen kameel meer te bekennen. Wel
waren er heel veel geiten en schapen te zien. De aspirant kopers
keurden de beesten uitgebreid en er werd druk onderhandeld.... Hoogtepunt
was de ‘afdeling slagerij’. Onder de blote hemel werd
er geslacht en als je niet uit je doppen keek (maar dat deed je
natuurlijk wel) stond je tot je enkels in het bloed en de stront!
Fris ruiken deed het er dus ook niet echt. Er was een leuke slager
bereid even voor de foto te poseren. Hij zat in kleermakerszit op
de grond achter een soort hakblok. Dank u zeer. Ook leuk is de ‘graanafdeling’.
Kleine Yemenitische oude mannetjes stonden of zaten daar achter
grote jute zakken gevuld met graan, dadels, gerst, suiker en wat
al niet meer. We legden ook nog een ‘besouqje’ af bij
de molenaar: een witte figuur die graag poseerde naast zijn kreunende
en zuchtende, door een ploffend aggregaat aangedreven setje molenstenen
dat je al van verre hoorde. Ook haalde hij er nog even een oudere
heer bij die gewapend met zijn Djambiya een leuk dansje ten beste
gaf. Schitterend. Rond 11:00uur gingen we weer naar het ommuurde
centrum van Sada’a. We lieten ons eerst in de theetuin van
gisteren lekker trakteren op die heerlijke hapjes. Ook Herma vond
ze heerlijk.
Daarna wandelden we over een deel van de stadsmuren van waaraf je
een interessant uitzicht hebt op de medina. We zagen een man die
zijn koe aan het voeren was. Hij legde uit dat er ieder ogenblik
een kalfje geboren kon worden (een zogenaamde ‘baby-cow‘).
Wij vinden deze huizen hartstikke mooi en rustiek, maar je moet
je natuurlijk wel realiseren dat de bewoners geen stromend water
en vaak ook geen stroom hebben. Kennelijk geldt dit niet voor iedereen,
want hier en daar zie je zelfs schotelantennes..... We gingen de
souq in om er een mooie djambiya te kopen. Ze zijn in Yemen in allerlei
soorten, maten en uitvoeringen te koop (zoals het een beetje statussymbool
betaamt). We troffen zelfs een verkoper die heel fraai bewerkte
djambiya’s maakte maar die niet aan ons wilde verkopen. Waarom
werd ons niet duidelijk. Misschien weer dat ver.…e geloof?
Afijn, voor zo’n ƒ25,00 verlieten we zwaarbewapend de
souq...... ’s Avonds had niet iedereen zin in de kip van Arie
Kanarie, maar we vielen daar toch nog met zo’n 12 à14 man
sterk binnen. Op zo veel klandizie had Arie vandaag kennelijk niet
gerekend, want toen wij uit de beperkte menukaart met 10 mensen
kip bestelden kregen we beduidend kleinere porties dan gisteren.
Ongeveer de helft zo te zien. Achteraf bleek dat Arie niet genoeg
voorraad had en de porties werden dus maar gehalveerd...... Prachtig.
We gingen lachend het aardedonker in, terug naar ons hotel. Op de
achtergrond snorden en ploften de stroomaggregaten er weer lustig
op los... Weer liep een dag met vele indrukken ten einde. Dit ging
zo langzamerhand een onvergetelijke vakantie vol met nieuwe indrukken
worden.
Zondag 29 oktober,
Vandaag wordt een rustige dag. De ochtend slapen
we uit tot 08:00uur. We gaan na het ontbijt nog wat in de souq snuffelen
en rond het middaguur rijden we weer terug naar ons ‘eigen’
hotel in Sana’a. We rijden weer langs Huth, maar de maaltijd
daar houden we voor gezien en slaan hem met zijn allen over. Het
pakt dus uit als een theepauze. ‘Thuis’ in Sana’a
eten we vast veel lekkerder... In ons hotel in Sana’a aangekomen
heeft Herma eerst nog een wasje te doen en daarna schrijven we de
kaarten en eten een kleinigheidje. Inderdaad: hier is het wél lekker.
Aansluitend gaan we met Hans en Liesbeth naar de souq van Sana’a.
We kopen er mooie shawls à la Yassir Arafat als voorbereiding op
de woestijntocht die ‘nakende’ is. De souq heeft iets
magisch. We dolen er als het donker is nog steeds rond met zijn
vieren. Overal branden lampjes en de sfeer is nog feeërieker dan
hij al was. Wel verlies je zo in het donker elke vorm van oriëntatie,
zo die er al was in deze gigantische doolhof. We verdwalen dus hopeloos!
Net als Herma en ik binnen staan bij een stomerij om de weg te vragen
zien Hans en Liesbeth, die buiten zijn blijven wachten, één van
onze chauffeurs langs rijden. Het blijkt Mujahid te zijn, onze grootste
vriend. Gelukkig ziet hij ons ook en hij stopt. Hij verstaat geen
woord Engels maar hij begrijpt wat er aan de hand is en brengt ons
keurig naar het hotel. Een fijnere redding was nauwelijks denkbaar:
in een stad met ongeveer 450.000 inwoners je eigen chauffeur tegenkomen
terwijl je verdwaald bent. Ongelooflijk! ’s Avonds eten we
in het hotel: de energie ontbreekt om ook nog maar een poot te verzetten.
We eten prima en duiken vroeg in ons kribke: morgen wacht het vroege
avontuur van de woestijntocht.