trap
De Diabolische Snelweg

DE DIABOLISCHE SNELWEG

Autosnelwegen bepalen voor een groot deel het gezicht en de beleving van ons land. In De diabolische snelweg corrigeren theoreticus Wim Nijenhuis en architect Wilfried van Winden het hardnekkige misverstand dat de ontwerpers ervan alleen maar oog hadden voor verkeerstechniek en veriligheid. Met uitvoerig gedocumenteerde voorbeelden uit het Nederlandse net van snelwegen, voor dit boek prachtig gefotografeerd door Piet Rook en Rob Nagelkerke, wordt de vergeten ontwerptraditie binnen Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer getoond, die juist de schoonheid van de weg tot doel heeft. De auteurs beschrijven de geschiedenis van die traditie en laten op een intrigerende manier zien hoe het streven naar de mooie weg in het landschap kan helpen om het verlangen naar de schitterende snelweg in de grote stad te realiseren.

‘De diabolische snelweg’, door Wim Nijenhuis en Wilfried van Winden, 010Publishers, Rotterdam, 208 pagina’s, 39,50 euro

Het boek is uitverkocht, maar via deze link kunt u alsnog het volledige essay van Wim Nijenhuis lezen in de opmaak zoals het in het boek was opgenomen: De diabolische Snelweg (PDF 1 MB). 

Grote delen van het boek zijn ingescand door Google Books, Zie:  http://books.google.nl/books?id=vp8mR9E82MwC&printsec=frontcover&dq=diabolische+snelweg&hl=nl&sa=X&ei=L8c_VO-rEZLW7QaxkoHABg&ved=0CC8QuwUwAA#v=onepage&q=diabolische%20snelweg&f=false 

 

 

 

 

 

  Link:Uitgeverij 010

 

 

 

 

 

Zo lelijk zijn snelwegen toch niet? Zelfs als ze zich door de stad vreten, valt er schoonheid te zien.
Kirsten Hannema in de Volkskrant, January 24th 2008
 
Bijzonder overtuigend. De case-studies worden goed gepresenteerd. Goed geschreven en gebaseerd op gedegen onderzoek; de uitgave verschaft een nieuw vizier waardoor snelwegen bezien kunnen worden. Lees het en ga vervolgens een eindje rijden.
Marjoleine van Schaijk in Architectenweb Magazine #15, February 2008
 
Biedt interessante inzichten in het fenomeen snelweg.
Maurits van den Toorn in Staatscourant, January 25th 2008
 
De snelweg is meer dan een middel om van A naar B te komen. Dit boek dwingt respect af. Er ligt gedegen veldwerk aan ten grondslag. De presentatie mag er ook zijn.
De Ingenieur, January 18th 2008


 

WE WILLEN ALLEMAAL WEG

Edzard Mik over de diabolische snelweg in NRC Cultureel supplement, 11 januari 2007

De snelweg stijgt en er is niets meer te zien, we rijden de lucht tegemoet, het licht dat moeite doet door de wolken te dringen. Het is als opstijgen, als vliegen: een sublieme ervaring. Je moet er wel voor openstaan. Je moet de gewoonte die het rijden over een snelweg is, eraf pellen en bereid zijn je gemoed te laten spreken. We hebben de hoogste baan, onder ons zwenken de lagere banen van het Kleipolderplein over elkaar heen, glippen onder elkaar door, draaien weg. Maar loskomen van de aarde is ons maar even gegund; we dalen weer af en persen ons door Rotterdam en van beide zijden dringt zich het heftig knip- en plakwerk van de hedendaagse stad op: volkstuinen, een jachthaven, huizen, winkels, bedrijfsgebouwen, loodsen, graffiti, een parkje, een ziekenhuis, industrie.

Comfortabel is de A20 niet. De A20 maakt onzeker en wordt door planologen  als een ongeval beschouwd. Maar dit korte stukje stedelijke snelweg heeft een fascinerende aantrekkelijkheid. Hij vervult met een lichte angst en windt op. Wie hem neemt, zal hem altijd in zich dragen. Zoals ook de périphérique in Parijs en sommige snelwegen in het Ruhrgebied je niet meer loslaten als je ze eenmaal genomen hebt.

Grijnzend kijkt theoreticus en stedenbouwkundige Wim Nijenhuis opzij, dan weer over het stuur, alsof hij de ontwerper is van deze hardcoresnelweg. ‘Niets is hier gepland, niets ontworpen. Alles is geboren uit noodzaak, de snelweg is er gewoon tussen geperst. Er zijn slechts random-effecten, het ene gaat onverwacht in het andere over. Het is als muziek, je kunt de A20 vergelijken met de woeste muziekcollages van John Zorn. Dwars tegen de ontwerpcultuur in drukt de A20 ons tijdperk beter uit dan enig andere snelweg.’ zegt hij, en ik kan niet anders dan hem gelijk geven. Er gaat een dreiging van de A20 uit. Alsof op de A20 een rauwe waarheid op het punt van doorbreken staat, een waarheid die elders lijkt te zijn weggemoffeld. Maar vlak langs de betonnen rand razend, onder viaducten door, over viaducten heen, stelt die donkere kwaliteit van de A20 me ook gerust. Alsof ik op vertrouwd terrein ben, eindelijk thuis gekomen.

De snelweg is niet louter functioneel. De snelweg werkt in op ons gemoed en draagt impliciete betekenissen uit. Vanaf de eerste snelwegontwerpen is dat al door de ontwerpers ervan begrepen, stellen Wim Nijenhuis en architect Wilfred van Winden in hun recent verschenen boek ‘De diabolische snelweg’. Samen onderzochten ze de totstandkoming van een achttal trajecten. De ideeën, de richtingenstrijd en de belangenconflicten die er telkens een andere vorm aan gaven. Van Linden schreef een geschiedenis van het snelwegontwerp in Nederland, Nijenhuis een speculatief essay dat zich laat lezen als de A20 zelf: een indringende montage waarin je als lezer geen geruststellend overzicht wordt geboden, maar waarin je van het ene perspectief in het andere buitelt, van Giacomo Balla tot Sigfried Giedion, van  Octavio Paz tot David Cronenberg.

Nijenhuis zal me alles laten zien en rijdt me in een dichte stroom auto’s over het wegennet van Nederland. Al spoedig heb ik elk gevoel voor richting verloren, we nemen afslagen, opritten, en alleen een vale zon helpt bij oriëntatie. De snelweg lijkt geen richting te hebben, nergens naar toe te leiden. We verkeren op de snelweg en brengen onze tijd er door. De reis voltrekt zich louter in de tijd.

Met snelheid heeft de snelweg ook weinig te maken. Dan denk ik niet aan de stroperigheid waarin de file ons dagelijks onderdompelt, maar aan de erváring van snelheid. Snelheid ervaar je als je als kind achter een bal aan rent of heel hard van een helling fietst en je benen rondgaan en je de wind in je gezicht voelt, de onmiddellijke dreiging van een botsing, een val. Snelheid is de wrijving tussen jou en je omgeving, snelheid is jezelf een projectiel weten dat je verhouding met de omgeving op scherp zet. Maar de snelweg is ontworpen om gerust te stellen; de ervaring van snelheid en angst voor een ongeluk worden zoveel mogelijk afgedempt. Je kunt ook niets met de omgeving als je over de snelweg raast. Je kunt er niet in binnendringen, je kunt er niet mee in botsing komen, de omgeving is en blijft onbereikbaar. Hoe sneller, hoe trager, zou je kunnen zeggen, en wie nog meer afstand van het landschap neemt en door een vliegtuigraam omlaag kijkt, weet hoe traag het kan verglijden; in een vliegtuig is verplaatsing pure meditatie geworden.

De snelweg past nooit, vreet zich als een vreemd lichaam door het landschap. Om die wreedheid te verzachten zijn er al voor de oorlog pogingen gedaan de snelweg met het landschap te verenigen, alsof die lange linten asfalt ertoe behoorden en er alleen een laagje aarde vanaf was geschraapt. De mooie snelweg moest het geweld ervan camoufleren, tegelijk de automobilist nét voldoende boeien om hem niet achter het stuur in slaap te laten dommelen. Dat betekent: een bosje hier, een plukje daar. Accenten aanbrengen die streekeigen zijn. En geen lange, rechte einden maar zalvende curven die het landschap panoramisch over de voorruit uitsmeren. Als het goed was, werd je het landschap ingezogen; je vergat je snelheid en het gevaar dat erin schuilgaat, en raakte onthecht, nog met de aarde verbonden maar al een beetje zwevend.

Dat is wat volgens Nijenhuis deze snelwegen in intentie angeliek maakt, opmonterend Alsof je door een engel wordt aangeraakt en voorvoelt dat je je geheel van het aardse zal bevrijden. Maar het werkt alleen als je je veilig waant en het andere verkeer zoveel mogelijk uit je bewustzijn wegzakt en je je aan de snelweg kunt overgeven. Anders blijft niets anders over dan beklemming: je kan niet naar links, niet naar rechts, niet terug, niet stoppen, en je moet je voegen naar het verkeer. En dat is wat er op de overvolle wegen van Nederland ook gebeurt. Je bent gevangen tussen auto’s en geluidschermen. Sommige trajecten getuigen nog wel van het angelieke, maar het wordt niet meer waargemaakt. Het is een leugen geworden, nostalgie.

 

Als we over de A50 op de Neder-Rijn  afrijden, laat Nijenhuis zien welk geraffineerd landschappelijk scenario de ontwerpers daar hebben uitgedacht. Eerst sluipt de snelweg laag over de grond aan, het platte land wordt zo min mogelijk geschonden. Dan stijgt de weg en duiken aan weerszijden bomen op, het uitzicht wordt afgeschermd zoals ook de weg zelf wordt afgeschermd. En als de brug begint, is er ineens het wijds uizicht over de rivier en de dramatisch aanrollende stuwwal bij Renkum. Vervolgens gedraagt de snelweg zich als een snelweg die er eigenlijk niet had mogen zijn en glipt zij steels door het geplooide landschap, neemt ook zelf een plooi voor haar rekening, door machines uitgegraven maar al haast met de natuurlijke plooien vergroeid. Ultiem teken van schroomvalligheid is de begroeide wildwissel bij Woeste Hoeve, waar de snelweg met ingetrokken schouders onderdoor duikt.

Later rijden we rechtuit, de horizon tegemoet. Een brede middenberm, zes rijen eiken. De monumentale aanpak, de A6 bij Lelystad is bedoeld als een poort naar de randstad. Het nieuwe land ligt er niet verloren meer bij, de A6 maakt je duidelijk waar het bij hoort en dat er een uitweg is. Het traject wierp veel stof op, het druiste in tegen de landschapsvriendelijke, vooral onbewust werkende aanpak die tot dan toe gebruikelijk was. Iets verder is de radicaliteit ervan dan ook weer opgegeven en is er aansluiting bij het landschap. De bomenrij bescheiden, opengebroken op plekken waar iets te zien valt, een woonwijk, een kanaaltje. De ruimtelijk beeldende methode, zegt Nijenhuis, maar dan cognitiever, zoals de afgelopen jaren bijvoorbeeld ook door de architect en hoogleraar mobiliteitsesthetiek Francine Houben bepleit. ‘Het opkloppen van gebieden waar je doorheen gaat, zodat je de zones herkent. Dus bij bosgebied het boskarakter intensiveren, bij akkergebied het akkerkarakter, zozeer dat je deze gebieden bewust gaat herkennen als tekens van zichzelf.’

Nijenhuis is er niet zo gelukkig mee. Een snelweg moet onder je huid kruipen, niet je bewustzijn toespreken of je lastigvallen met didactiek. Autorijden op de snelweg zou je van jezelf moeten bevrijden, van de wereld, zoals ooit de angelieke snelweg. Je werd weggeschoten uit de stad en ging zweven, was nergens meer. Maar die vrijheidsbeleving is er niet meer. Alle snelwegen zijn vuil geworden. Ze zijn te vol, borden en lichttekens te talrijk. En ook de mobiele telefoon, Tomtom en het rekeningrijden geven je een plek, maken je traceerbaar en verbinden je weer met de gemeenschap die je juist wilde ontvluchten.

‘We willen allemaal weg, maar worden opgepakt, ingepakt. Er is een dwang ergens te moeten zijn en iemand te moeten zijn,’ zegt hij, en ik begrijp waarom hij in de A20 een alternatief ziet. Als je niet meer kunt verdwijnen in het niets en nergens, kun  je nog verdwijnen in de volte. Een snelweg als de A20 is voluit stedelijk en hoeft zich dus niet met het landschap te verzoenen. Een stedelijke snelweg verhult op geen enkele wijze dat hij vreemd is aan zijn omgeving. Hij is diabolisch, tegenstrevend. De wrijving tussen snelweg en stad is daardoor maximaal en genereert een opwinding die je opneemt en je uit jezelf trekt. We zijn die opwinding gewend, we kunnen ermee omgaan. Het is niet anders dan zappen, surfen op het internet, een pulserend gemonteerde actiefilm bekijken. Helemaal van deze tijd dus.

 

Wat zou je ook nog met de angelieke snelweg, zelfs als zij weer leeg en zonder weerstand zou zijn? We zouden niet meer geloven in haar optimisme. We hebben gevoel gekregen voor de catastrofe en herkennen ons meer in de dreiging van de diabolische snelweg. Hoezeer dat in ieder geval voor mijzelf geldt, besef ik als ik die middag mijn dochter van vijf van school haal en haar tengere lichaam omhels, dat zich gelijk weer los wurmt. Op haar leeftijd heb ik het twee keer mogen meemaken, met de tussenpoos van een jaar. De breuken zijn hersteld, maar de klap draag ik nog in me. Die ongelukken hebben meer indruk gemaakt, mijn leven meer bepaald, dan toen ik voor het eerst met een meisje sliep. Ik ben dat ongeluk, zoals elk ongeluk mensen maakt tot wie ze zijn. Bewegingen hebben voor mij geen vanzelfsprekende continuïteit, maar zinspelen vanaf het begin op hun einde. Autorijden is voor mij daarom nooit comfortabel geweest. Ik ben niet in staat me eraan over te geven, ik kan niet opgaan in de irrealiteit ervan, ik voel nog altijd die kracht van het ongeluk. Autorijden en het ongeluk horen bij elkaar, het een bestaat niet zonder het ander. Dat is de waarheid, en op vuile, diabolische A20 brak die waarheid door de leugen die snelweg heet heen, en zag ik haar eindelijk recht in het gezicht.

Daar wordt een mens dus rustig van, monsters recht in het gezicht kijken. Er gebeurde niets, we reden gewoon door, en ook het overige verkeer slingerde voort en zal naar alle waarschijnlijkheid tot in de eeuwigheid voort blijven slingeren.

 

Overhandiging van het eerste exemplaar aan Jan Brouwer, Rijksadviseur Infrastructuur,  in Hotel de Witte Bergen aan de Rijksweg A1 te Eemnes (Laren)op 13-12-07

 

Link:  VPRO De Avonden, radiouitzending op Radio 6 op 4-2-2008, gesprek met Wim Noordhoek over de Diabolische Snelweg 

 

 

 

 

 

Link: VPRO De Avonden, radiouitzending op Radio 6 op 4-2-2008, uur drie, 21.00 uur. Over de Diabolische Snelweg, Aankondiging.

 

Link: VPRO De Avonden, Wim Noordhoek over de Diabolische snelweg op zijn weblog (1)  

 

Link:  VPRO De Avonden, Wim Noordhoek over de Diabolische snelweg op zijn weblog (2)

 

Bij de presentatie van het boek  in Hotel de Witte Bergen aan de Rijksweg A1 te Eemnes (Laren)op 13-12-07

 

Genieten van het snelwegmuseum

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij de presentatie van het boek  in Hotel de Witte Bergen aan de Rijksweg A1 te Eemnes (Laren)op 13-12-07

 

 

 

 

 

Het boek is mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van het Stimuleringsfonds voor Architectuur, de EFL Stichting en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

© 2014/10/16