Maatschappij Kritiek

Hoofdstuk

GNOSIS: HET VERBODEN GELOOF
De gnosis herleeft. Dit verboden geloof uit het begin van onze jaartelling keert terug. Het is een teken van het Watermantijdperk. Gnosis is de godsdienst van het directe kennen. Tussen 200 vóór en 200 na Christus had zij miljoenen aanhangers in de landen rond de Middellandse Zee. De christelijke gnosis verleende aan het vroegere christendom de esoterische verdieping die ook Jezus Christus bedoeld had. Toen Hij als twaalfjarige jongen in de tempel debatteerde met de schriftgeleerden, verkondigde Hij Wijsheid. Ook in de synagoge van Kapernaüm sprak Hij met veel groter gezag dan de schriftgeleerden. Hij was niet gekomen om de joodse wet van Mozes te ontbinden, maar om deze esoterisch te vervullen.

Het woord "wijsheid" is in Lucas 2 vers 40 tot 52 niet toevallig gebruikt. Het is de gnostische Sophia, die doorklinkt in de onbevangen Jezus. Het is de wijsheid van de gnosis, de directe Godservaring. Dit geloof bloeide, getuige de enorme gnostische bibliotheek van Alexandrië die 750.000 boeken bevatte. De brandstichting in deze boekerij heeft latere generaties onthouden van een geweldige bron van informatie. Toen het christendom werd verheven tot staatsgodsdienst en de kerk een (dogmatisch) instituut werd, was het gedaan met de gnosis, mede door de inquisitie in de daarop volgende eeuwen!

Vele doctrines
De gnostieken kenden niet één leer, maar vele verwante doctrines. Dat kwam doordat men niet op uiterlijk gezag steunde, maar op innerlijke ervaring. Binnen het stelsel van de gnosis was men vrij om zijn eigen geloofsovertuiging inhoud te geven. De kerk stelde een leer samen en verlangde onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan die leer. De banvloek over de grote kerkvader Origenes, die feitelijk een gnostisch denker was, maakte duidelijk dat de gnosis als een groot gevaar van de officiële kerkleer werd beschouwd. De bewoners van menig gnostisch klooster verborgen hun boekenbezit in grotten. Het duurde tot 1945 eer een bedoeïen in de buurt van de Egyptische plaats Nag Hammadi zo'n gnostische bibliotheek terugvond. Na veel omzwervingen kwamen de boeken op de bureaus van de geleerden terecht.

Tegenwoordig zijn al deze teksten, vaak door deskundigen becommentarieerd, voorde gewone lezer beschikbaar. Het betekent een grote verrijking van onze cultuur, getuige de titel van een nieuwe uitgave onderredactie van professor Quispel: "Gnosis, de derde component van de Europese cultuurtraditie". De beide andere, Athene (filosofie) en Jeruzalem (religie), konden zich redelijk vrij ontplooien, terwijl de gnosis vijftien eeuwen lang een verborgen, ondergronds bestaan moest voeren. Voor 1945 waren gnostische teksten alleen fragmentarisch bekend en dan alleen nog door aanhalingen van felle bestrijders. Vandaag kan iedere geïnteresseerde zich in de doorgaans prachtige teksten verdiepen zonder straf op te lopen.

Wat is gnosis?
Gnosis in de mens is datgene wat behoefte aan verdieping, aan meditatie oproept. Mensen met een gnostisch bewustzijn keerden zich af van het traditionele christendom en wendden zich tot de oosterse religies, die geen banvloek over de gnosis kenden. Men wist niet meer dat het cultuurgoed van Hindoeïsme en Boeddhisme ook in het westen had bestaan onder de naam gnosis. Eeuwenlang eiste de orthodoxie het alleenrecht op. We wisten niet beter dan dat de vier bekende evangeliën en de brieven van Paulus tot de leidinggevende geïnspireerde literatuur uit de Oudheid behoorden. Zeker, er bestond ook een stroom apocriefen, maar deze boeken waren naar het alternatieve circuit verbannen. Dat er in de oudheid naast de Bijbelse canonieke boeken, een enorme hoeveelheid religieuze literatuur circuleerde was nauwelijks tot brede lagen van de bevolking doorgedrongen.

Esoterisch perspectief
Zo werkte een feitelijke censuur eeuwenlang door. Met de belangrijke vondsten van Nag Hammadi en Qumran (De Dode Zeerollen) is een geweldige bron van kennis ontsloten. Er blijken veel meer evangeliën te bestaan, tal van handelingen, brieven en openbaringen die destijds eenvoudig uit het intellectuele circuit zijn weggesaneerd. Nu komen deze vergeten boeken te voorschijn en in het licht van onze tijd verlenen ze aan het traditionele christelijke geloof een esoterisch perspectief dat vernieuwend werkt.

Volgens Lucas zond Jezus twee van zijn discipelen, Petrus en Johannes, uit om de zaal te zoeken voor het laatste avondmaal. De zaal zou hen worden aangewezen door een man die een waterkruik droeg. Maar mannen dragen in het Nabije Oosten nooit waterkruiken. Dat is vrouwenwerk. Wie deze tekst in Lucas 22 vers 10 onbevangen leest, moet de verborgen aanwijzing wel aanvoelen. Het ligt voor de hand dat de vervulling van de Wet die Jezus beloofde, in het astrologische tijdperk van de Waterman zou plaatsvinden. Dat tijdperk is aangebroken of komt naderbij. De kennis neemt sneller toe dan de mentaliteit, maar er is sprake van een kentering. De hedendaagse mens is niet minder religieus dan vroeger, hij heeft zich vrijgemaakt van kerkelijke censuur. Zijn vlucht naar de oosterse religies geeft aan dat hij rijp is voorde gnosis, de oude godsdienst die een hoopvol perspectief kan geven aan onze naar verlossing snakkende mensheid.

Het reddende inzicht van de gnosis
Jezus zei: "Als zij tegen u zeggen: Waar komt u vandaan? Zeg dan tegen hen: Wij zijn gekomen uit het Licht waar het Licht uit zichzelf is ontstaan. Het bestond en openbaarde zich door hun beeld. Wanneer zij tegen u zeggen: Wie bent u? Zeg dan: Wij zijn Zijn zonen en wij zijn de uitverkorenen van de Levende Vader".

Woorden van Jezus, die men vergeefs zal zoeken in de bijbel. Ze staan in het evangelie van Thomas, dat waarschijnlijk een van de bronnen was, die Marcus en Mattheüs voor het samenstellen van hun evangeliën gebruikten. Het Thomas evangelie, toegeschreven aan Thomas de Ongelovige, is een tekst uit de begintijd van het christendom, maar met een heel andere boodschap dan die van het traditionele christendom. Het evangelie van Thomas is de meest oorspronkelijke brontekst van de gnosis (zie ook de website van Bram Moerland).

Die tekst was verloren gegaan, maar werd in 1945 weer teruggevonden. Maar de vaders van de vroege Roomse kerk verklaarden het geschrift, dat in de gemeente van Edessa circuleerde, tot ketterij. Met vele andere waardevolle teksten belandde het op de brandstapel. Maar een Egyptische klooster-abt verborg de boeken in kruiken en begroef die onderaan een steile rots in de woestijn. Pas in 1945 stootte de schop van een bedoeïen op de kruiken. Sindsdien is de christelijke wereld een schat aan geschriften rijker, die een fris nieuw licht werpen op een verkalkend geloof. Nu horen we de stem van Jezus zelf in onze harten klinken: "Ieder die de betekenis van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken". De reddende gnosis is aan de mensheid teruggegeven. De mens van onze eeuw kan zich opmaken voor een nieuwe openbaring. In de tweede eeuw was de mensheid er niet rijp voor. Nu snakt zij naar de nieuwe impuls, die de intuïtie op doet leven.

Gnosis is de kennis van de waarheidsgrond van mens en kosmos. Ware kennis (of inzicht) verlost de mens, die gevangen is in de wereld van de zintuigen, zegt de Duitse gnosiskenner Karl Rudolph. Een andere onderzoeker, Hans Leisegang, wijst erop, dat gnosis als religieus inzicht en ervaringsweten de wetenschap van de eeuwen rondom de geboorte van Jezus voltooide en verdiepte.

Gnostici
De gnostici stellen de innerlijke gnosis boven elk uiterlijk gezag! Het woord gnosis is verwant aan het Nederlandse woord geweten. De gnostici verkondigden dat Jezus hun had geleerd dat liefde de kernkwaliteit is van de gnosis. De gnosis is het innerlijk weten van de liefde. De gnosis als het weten van de liefde is een goddelijk weten, want het is verbonden met de goddelijke bron van het bestaan waaruit alle mensen voortkomen.

Esoterische wijsheid
Gnosis (kennis) impliceert een diepe esoterische wijsheid, welke uitsluitend als mythologie in de materiële wereld besproken kan worden. Mythologie is de neerslag in volksreligies en sprookjes van grondwaarheden, die alle mensen in hun collectieve onbewuste hebben opgeslagen en die vaak in droom symbolen tot het bewustzijn doordringen.

De verscheidenheid aan gnostische mythen berust op dezelfde grondwaarheden, verteld in beelden die deels zijn ontleend aan de Griekse mythologie. Aan deze beeldverhalen ligt geen uiterlijke waarneming ten grondslag. Het zijn in markante beelden geschilderde vertellingen van innerlijke waarheden. In de grondwaarheden van de gnostici zijn altijd weer vier trappen te onderscheiden. De bekende onderzoeker Hans Jonas noemt ze: de val, de knechting, het verrijzen en de eenwording. De "val" wordt beschreven in de mythen, de "knechting" is de realiteit van het dagelijks leven, het "verrijzen" uit het door de zintuigen beperkte bewustzijn is onze opdracht en de "eenwording" met God ons uiteindelijke doel. Vraag is wat er "valt" en wordt "geknecht", wat er "verrijst" en tenslotte "één wordt".

Dan spreken we over de Goddelijke Lichtvonk, die vanaf het oerbegin in ons wezen is achtergebleven en die tegelijkertijd voorwaarde en oorzaak is van het mysterie, dat wij "leven" noemen. De Lichtvonk is een goddelijke kern, die niet onderworpen is aan de lichamelijke dood, maar die wel wordt gevuld met onze levenservaringen. Om als mens deel te hebben aan het eeuwige leven, moeten we leren om ons bewust te worden van deze onsterfelijke goddelijke kern. Het verwerven van dat bewustzijn door het verkrijgen van inzicht in het hoger wezen der dingen is gnosis. De vele gnostische sekten ontwikkelden elk hun eigen weg om gnosis te verwerven. We weten nu, dat gnosis de zuurdesem is van het christendom.

De Al-Vader en de Al-Moeder
Een van de boeiendste scheppingsvoorstellingen uit de gnostische literatuur komt voor in het toonaangevende "Geheime boek van Johannes", dat zich in de Nag Hammadi vondst bevond. De titel geeft aan, dat het geschrift berust op de mondelinge overlevering van ingewijde op ingewijde. Na een beschrijving van de onbegrensde onmetelijkheid van de Al-Vader, vertelt het traktaat hoe deze Ene zich deelde en zijn evenbeeld, de Al-Moeder, verwekte.

"Hij, die zichzelf kent in zijn eigen licht, dat hem omringt, dat de bron van het levende water is, het licht vol zuiverheid. De bron van de Geest liet het levende water uitstromen en voerde het koor van alle eonen en allerlei werelden aan. Hij begreep dat het zijn eigen beeld was, toen hij het zag in het heldere lichtwater, dat hem omgaf. En zijn gedachte werd iets zelfstandigs, manifesteerde zich en stond voor hem, vanuit de straling van het licht".
Dit evenbeeld van de Onzichtbare is Barbelo, de volmaakte eon der heerlijkheid.

"Zij verheerlijkte hem, omdat zij door hem te voorschijn is gekomen, en zij kent hem. Zij is de eerste gedachte, zijn beeld. Zij werd de eerste Mens, namelijk de maagdelijke Geest, de man-vrouwelijke, die uitzijn voorzienigheid is voortgekomen".

Er wordt dan verteld hoe zij, Barbelo - in andere systemen Pronoia (voorzienigheid) of Sophia (wijsheid) genoemd - met zijn toestemming vijf eonenparen schiep door ze alleen maar te denken. Op deze wijze werd zij de oermoeder der schepping. In het Geheime boek van Johannes wordt verteld hoe allerlei door de goddelijke eenheid veruiterlijkte eigenschappen zich onmiddellijk verzelfstandigden in eonenparen. Het eerste vrouwelijke goddelijke wezen had hier echter niet genoeg aan. We horen de eonenparen het volgende vertellen: "Onze medezuster nu, Wijsheid, dacht uit zichzelf een gedachte. Gedachtig aan de geest en de eerste Gedachte wilde zij haar evenbeeld uit zichzelf te voorschijn laten komen, hoewel de Geest het niet had goedgekeurd. Wegens de ontuchtigheid, die in haar was, kon haar gedachte niet vruchteloos zijn en haar maaksel kwam te voorschijn, onvolkomen en lelijk van uiterlijk, omdat ze hem zonder haar paargenoot gemaakt had. En hij leek niet op het uiterlijk van zijn moeder, daar hij een andere gestalte had. Hij had het achtereind van een slang en het gezicht van een leeuw. Zijn ogen schoten vuur. Zij stootte hem van zich af, buiten die plaatsen, opdat niemand van de onsterfelijken hem zou zien, omdat zij hem in onwetendheid had voortgebracht. En zij noemde hem Jaldabaoth".

Een toornige en wraakzuchtige God
In het gnostische denken wordt deze Jaldabaoth gelijkgesteld met de toornige en wraakzuchtige God van het Oude Testament, de schepper van hemel en aarde en tenslotte van de mens. Jaldabaoth verkeert in volstrekte onwetendheid aangaande de Al-Vader van het Licht. In zijn duisternis verbeeldt hij zich de hoogste instantie in de kosmos te zijn en schept (alleen maar door ze te denken) op dezelfde manier als de AI- Vader eonenparen en archonten, die weerspiegeld worden in de dierenriem en de zeven planeten, die boven de aarde en Tartaros, de onderwereld, staan.

De door Jaldabaoth geschapen mens is het materiële evenbeeld van de Antropos, de Goddelijke Mens (Adam), die, geschapen naar het beeld van de Al- Vader, het prototype is van de aardse mens. De archonten (engelen der duisternis) zijn de gevangenbewaarders, die ervoor moeten zorgen, dat de aardse mens niet met de hemelse mens (die zij overigens niet kennen) verenigd kan worden. Maar de aardse mens heeft, volgens de gnostici, het vermogen om de hemelse mens in zichzelf te herkennen. Daardoor overstijgt de mens in zijn mogelijkheden de macht van Jaldabaoth en zijn archonten, die zich ten onrechte de heersers van hemel en aarde wanen.

Christus
Christus bestaat in dit systeem al. Hij zal later geboren worden in een aards lichaam als Jezus. Het "Geheime boek van Johannes" zegt hierover: "De onzichtbare Geest nu verheugde zich zeer over het Licht, dat ontstaan en als eerste verschenen was uit de eerste kracht, dat is zijn voorzienigheid, Barbelo. En hij zalfde hem met zijn goedheid, zodat hij volmaakt, zonder gebrek en Christus (gezalfde) is, omdat hij met de goedheid van de onzichtbare Geest was gezalfd. Hij (de Geest) stortte zich op hem uit en hij ontving de zalving door de maagdelijke Geest".

Christus gaat dus vooraf aan alle andere eonen. In die zin is hij ook in de bijbel de heerser over alle engelen. Christus is het eerste geschapen evenbeeld van God de Al-Vader, wiens Licht door middel van Christus meegaat in alle schepselen. Dat oorspronkelijke Licht woont in ons als de Goddelijke Lichtvonk, die wij moeten ontdekken en met behulp van de lessen van onze leermeester Jezus tot bewustzijn moeten brengen. Het is duidelijk, dat in het gnostische denken Maria de belichaming is van Barbelo, de goddelijke Voorzienigheid of Wijsheid. Als de goddelijke Wijsheid schonk zij in ongehoorzaamheid het lichaam aan Jaldabaoth, de maker van de materiële wereld. Als de Maagd Maria herstelt ze die fout, door in de materiële wereld het stoffelijke lichaam te schenken aan Christus, het eerste evenbeeld van God, in de gestalte van Jezus.

Het "Geheime Boek" verwoordt het aldus: "Toen de moeder echter inzag dat de misgeboorte der duisternis niet volmaakt was, omdat haar paargenoot niet met haar overeengestemd had, deed ze boete en weende hevig. En de broeders (haar mede-eonen in het Pleroma, dat de afbeelding is van Gods volheid) hoorden het gebed van haar boete en smeekten voor haar. De heilige onzichtbare Geest stond het toe. Nadat nu de onzichtbare Geest het toegestaan had, stortte hij een geest uit het Pleroma op haar uit; haar paar-genoot daalde tot haar af om haar tekortkomingen te herstellen".

Uit deze tekst blijkt, dat het baren uit onwetendheid van Jaldabaoth in de geestelijke wereld, zijn grote tegenhanger heeft in het baren van Jezus, de Eniggeboren Zoon, in de stoffelijke wereld. Zijn opdracht is de onwetende mensheid te begeleiden op haar moeilijke weg tot verlossing uit de duisternis door gnosis, op naar het eeuwige Licht.

Opwekken van de Lichtvonk
Christus woonde als de Lichtvonk in alle menselijke zielen. Jezus is geboren om hem op te wekken tot bewustzijnsgrond in alle mensen. Zijn leer is bedoeld als hulp om het verstand met de bewustzijnsgrond te verenigen. Alles in het leven draait om het verkrijgen van inzicht, van gnosis, in de ware identiteit van de mens. De moeder (Mater-materie) moet kennis krijgen omtrent de Vader en het werkterrein is de mens. Dat is de gnostische boodschap,die het grondmotief vormt voor elke wereldreligie. In het "Evangelie der Waarheid" wordt de Moeder Dwaling genoemd. "De Dwaling vervaardigde haar eigen materie in leegte zonder de Waarheid te kennen". Deze vrouwen wereldmoeder, de materie, heeft dus twee kanten: die van Duisternis en Licht. Wij kennen haar in de persoon van Maria van haar lichtzijde, als de moeder van alle levenden, als gids en helpster van alle zoekenden en lijdenden. Zij wijst de weg naar haar Zoon, die zonder concessies te doen, de boodschap van Licht aan de wereld brengt.

Bron: o.a. Johan Pameijer, Waarheid achter Woorden, 1993