Waaraan stierven onze familieleden?
Het is niet altijd eenvoudig te achterhalen waaraan een familielid is overleden. Ga zelf eens in je directe omgeving na waaraan familie en kennissen zijn overleden. Soms weten we het nog, maar vaak ook niet meer. Overleden aan kanker weten we nog, maar wat voor kanker eigenlijk? In de burgerlijke stand wordt de doodsoorzaak niet genoemd. Deze informatie moeten we vaak ergens anders vandaan halen. Bidprentjes geven nog wel eens informatie of een overlijdensadvertentie in het plaatselijk dagblad. Van Roelof Lukkien weten we uit een verklaring van de rechtbank dat er recht van vermoeden op overlijden is, omdat hij niet van een zeereis is teruggekeerd. Het schip de Alberdina is vergaan en Roelof is daarbij verdronken.
Vaak weet ik uit mondelinge overlevering waaraan iemand is overleden. Soms is dat een
heel luguber verhaal. Zo is in de familie Lukkien een geval bekend dat een peuter op
2-jarige leeftijd bij het langslopen in een grote wasteil met kokend wasgoed
viel. Het kind verbrandde hevig en is uiteindelijk na een strijd van 2 dagen in
het ziekenhuis overleden.
Ook triest is het verhaal van Ruud Verheijde (1958-1977) die samen met vriend Tom voor het
verkeerslicht stond te wachten en door een vrachtwagen werden geschept, omdat de chauffeur
door de laagstaande zon werd verblind.
Minder abrupt heengegaan zijn zij die aan een vorm van kanker zijn overleden. Hiervan
is darmkanker in ieder geval in erfelijke vorm terug te vinden in de familie Beenker. Jan Beenker is relatief jong hieraan overleden. Zijn vader overleed ook aan kanker, maar dan aan keelkanker. Andere
vormen van kanker die ik ben tegengekomen in de familie zijn longkanker, botkanker,
prostaatkanker, huidkanker en borstkanker. Leukemiën komen voor zover ik weet niet in
onze familie voor.
Andere ziektes met een lange lijdensweg zijn AIDS en TBC. TBC kwam vroeger erg vaak voor
en werd dan tering genoemd.
Niet altijd gaat aan het overlijden een lange lijdensweg vooraf. Er zijn familieleden die aan een acute hartaanval zijn overleden. In één tak van de familie Stege komen hart- en vaatziekten vaker voor.
Als we verder terug gaan in de tijd komt vooral kindersterfte vaak voor. Heel vaak
wordt het kind doodgeboren. Dat er tussen mijn grootvader Berend Stege en zijn jongere
broer Mans 4 jaar zit komt omdat daartussen hun moeder ook nog een dochter en later een
zoon dood geboren heeft zien worden. Rampzalig was het voor Berent Berents (1740-1807) en
zijn vrouw Antje Jans (1745-1810). Zij kregen driemaal op rij een kind dat levenloos ter
wereld kwam. Pas het vierde kind was levensvatbaar, doch het vijfde kind werd slechts 2
maanden oud. Het verdriet dat dit met zich meebracht kunnen wij ons nauwelijks
voorstellen.
Ook veel verdriet had mijn grootmoeder Maria Ninteman (1876-1953) over het verlies van
haar twee tweelingen. Van de tweede tweeling is één kind doodgeboren. Van de eerste
tweeling is een jongetje aan de spaanse griep overleden.. Van de eerste tweeling bestaat
overigens nog een foto. Epidemieën of een pandemie als de
spaanse griep kwam natuurlijk vaker voor en bracht ook altijd de nodige slachtoffers met
zich mee. Wil je weten wanneer welke epidemie heerste dan kun je dat hier
vinden.
Verdriet op zich kan ook een reden zijn voor een voortijdige dood. Hoe vaak gebeurd het
niet dat indien van een ouder echtpaar man of vrouw overlijdt, kort daarna ook de partner
komt te overlijden. Letterlijk van verdriet gestorven is Wilhelmina Heesakkers. Het
verdriet en gemis van haar man heeft haar uiteindelijk doen wegteren.
Niet alleen pasgeboren baby's hadden vroeger veel kans om te komen overlijden. Ook de
kraamvrouw liep een verhoogd risico. De kans op infecties was vroeger vele malen groter en
ook was de medische wetenschap niet zover om eventuele complicaties altijd met goed gevolg
op te lossen. Zo kon het dus wel eens gebeuren dat de vader alleen achterbleef met een
pasgeboren kind.
Naast ziektes was natuurlijk ook geweld een oorzaak voor overlijden. Soms stierf men in het gevecht voor volk en vaderland, zoals Jan Kroll (1904-1940) die sneuvelde in de strijd tegen de Duitse invasie. Hij is hiervoor postuum onderscheiden.
Tenslotte kunnen we ook nog gewoon dood gaan aan pure ouderdom. Hoge leeftijden worden toch zeker gehaald in de familie. Zo stierf Kasper Stege (1860-1951) op ruim 90-jarige leeftijd.