You can make a translation of this page, if you like |
|
Complexe oefeningen 1, 2 en 3
terug naar index óf (4.5.6) (7.8.9) (10.11.12) (13.14)
1
Aanval, blok en verdediging
(gedifferentiëerd naar specialiteit)
S
is altijd een spelverdeler.
R altijd een rechtsvoor (=
spelverdeler/libero).
M altijd een midspeler en
L altijd een
hoofdaanvaller.
- zijn er voldoende spelverdelers, dan bij S1 een extra spelverdeler
inlassen.
Dus:
S, R en S1, zijn
in principe spelverdelers. bij het wisselen schuiven zij gewoon één
plaats door.
-
De oefening begint bij C (dit kan eventueel T
ook doen).
C speelt de bal naar S (= pass), S geeft een set-up aan A en A valt aan.
Zowel C als S geven "aanvalsdekking"; komt de bal van het blok terug, dan
opnieuw opbouwen.
- Na een goede aanval, of als de bal niet van het blok terug komt, speelt B een bal naar A (A moet zich dus na een afgeronde aanval omdraaien). A verdedigt deze bal met duik; rol; of al lopende.
- Aan de andere kant
van het net wordt de bal verdedigd door L. S1 (indien aanwezig,
anders R) geeft een set-up aan L (hoog buiten).
L smasht langs de lijn. D verdedigt (rally-pass hoog ± 1½ m van het
net), vangt zelf de door hem/haar verdedigde bal en sluit aan achter C.
* zijn er 11 deelnemers: een extra midachter M1 inschakelen.
- Na ± 10 ballen (= 10 set-ups voor A) gaan we wisselen.
S --> R --> S1 ; M
--> M1 --> aanvallen/aanspelen
;
L --> D --> C --> B --> A aanvallen/aanspelen. (Of elke andere
voorkomende wisseling).
2 Oefening voor aanval + blok
1
A valt aan (afwisselend links of rechts) rij R speelt aan. B blokkeert, of
is "vrije netspeler".
- Als A direct scoort, dan de geslagen bal halen en aansluiten bij R;
anders aan de zijde waar je aanviel het blok overnemen (B pakt dan de bal
en sluit aan bij R)
2
Als 1, + extra een diagonaal-verdediger (D), hij/zij verdedigt zowel
links als rechts (m.a.w. constant switchen).
Rouleren gaat dan als volgt: Als jouw blok wordt overgenomen, ga je
diagonaal verdedigen (D) en van D sluit je weer aan bij R.
3
Vervolg op 2:
Er komt een midspeler M bij, aan de "blokkeerkant".
Aan de "aanvalskant", spelen we nu met een complete voorhoede. De
spelverdeler bepaalt nu zelf, naar wie de set-up gespeeld gaat worden.
Degene die passte, kan dus ook worden aangespeeld op het midden. Het 4-tal
blokkeerders/verdedigers blijft staan; eerst een paar ballen om er in te
komen en daarna tot 10 punten (wie heeft het eerst 10, de aanval of de
verdediging). Wie scoort, krijgt het punt, de rally moet wel volledig
uitgespeeld worden. Bij voldoende deelname kan er achter de spelers A, nog
een links- of rechtsachter meedoen.
Nadat er 10 punten gespeeld zijn, wordt er gewisseld. Het is ook mogelijk om in deze oefening de specifieke taken te trainen.
3 Conditieoefening met aanval en verdediging
T
speelt de bal aan naar
Sv.9
Sv.9
geeft setup (beurtelings aan
1
of
3)
Speler
7
en
5
blokkeren.
Na de aanval moeten
1
en
3
een door
2
of
4
aangespeelde bal verdedigen.
In het achterveld (aan de andere kant) kunnen verdedigers
6
en
8
ingeschakeld worden.
Er wordt geen rally gespeeld, maar de bal gaat steeds naar nr.10, deze zorgt ervoor, dat de ballen weer in de bak bij T terecht komen.
* Na ± 10 à 15 x per beurt te hebben aangevallen, schuiven we één plaats door 1 --> 2 --> 3 ................ --> 10.
You can make a translation of this page, if you like |
|