donderdag, februari 02, 2006

Astrofotografie “oude stijl”

Paardekopnevel
Al bladerend door, met van die schitterende digitale "Mount Palomar stijl" astrofoto's doordrenkte, glossy sterrenkunde tijdschriften, zou je haast gaan denken dat een leuk deep-sky plaatje maken met niet zulk geavanceerd astro-speelgoed welhaast een complete onmogelijk is. Maar niets is minder waar.
Tegenwoordig is er juist met een "ouderwetse" spiegelreflexcamera in combinatie met moderne beeldbewerkingstechnieken op de computer best heel veel leuke resultaten te behalen en op een aangename low budget manier!! Het is waar, de digitale opmars in astroland is niet meer te stuiten....zie bijvoorbeeld de pijlsnelle opkomst van de digitale spiegelreflexcamera (Canon maakt er zelfs eentje speciaal voor astrofotografie!) of de "low budget" CCD camera. En hoewel een en ander toch al behoorlijk meer aangenaam geprijsd is als een paar jaar geleden blijft tot op heden de aanschaf van dit soort fraai "astrospeelgoed" nog steeds "niet echt een koopje"!
Natuurlijk zal dat in de toekomst meer en meer verbeteren, net zoals met rekenmachientjes vroeger bijvoorbeeld, en natuurlijk is "digitaal gaan" de toekomst.....MAAR....Fotografie op film, ook wel natte fotografie genoemd, is nog steeds NIET UIT!
Je kunt nog steeds een oude mechanische spiegelreflexcamera (Praktika, ZENIT...) vullen met b.v. een 400 ASA filmpje en deze in het primaire brandpunt van een telescoop plaatsen en daarmede, middels gevolgde tijdopnames van een minuut of 15/20, hele bevredigende Deep-sky foto's maken. Vroeger was dan voor velen, behoudens dan voor die enkele donkere kamer wizard, de zogenaamde "vakafdruk" van de gespecialiseerde ontwikkelcentrale het eindpunt van de rit.
Tegenwoordig echter is het voor een ieder die een beetje "gevoel heeft voor computers" mogelijk om na het laten ontwikkelen van een astrofilmpje, middels een hele horde aan fotobewerkingsprogrammas ZELF alles en nog veel meer uit zo'n ogenschijnlijk schamel belicht negatiefje te halen. OK, natuurlijk krijg je met deze "ouderwetse moderne methode" niet dezelfde resultaten als met b.v.zo'n fraaien (maar bepaaldelijk niet fraai geprijsde) SBIG CCD camera...MAAR...je kunt best wel aardig in de buurt komen! Behalve het prijskaartje moet ook vooral niet onderschat worden dat, wil je alles (en dat is HEEL VEEL!!!) uit zo'n astrofotografische CCD camera willen kunnen halen, je heel goed vertrouwd moet raken met de behoorlijk ingewikkelde techniek achter het hele CCD gebeuren. Het is dus niet zo (sommige advertenties zeggen onterecht iets totaal anders) dat je jezelf met zo'n ding "een instant Mount Palomar"......aan de telescoop plakken, knopje drukken en vervolgens de Hubble spacetelescoop uitlachen.......kunt aanschaffen!! Er komt " iets meer" bij kijken!! Natuurlijk krijg je het met z.g. ouderwetse Natte fotografie ook niet cadeau maar die methode is door zijn volledig " mechanische karakter" plus de afwezigheid van computers en bijbehorende software gewoon een stukkie simpeler en goedkoper! Laat ik mijn "astrospeelgoed" plus gebruikte methode eens beschrijven.
Mijn telescoop is een "gewone(??)" 20 cm f6 Newton (brandpuntsafstand 120 cm) en hij/zij staat op een eenvoudige (geen elektronische toeters en bellen zoals GO TO, PEC en dergelijke) maar super degelijke EQ 6 montering voorzien van aandrijving op beide assen. Als volgkijker is er parallel met de hoofdkijker een korte 70 mm refractor bijgeplaatst. Als "filmbehuizing" gebruik ik een "body" van een stokoude (mechanische!!) ZENIT B uit Rusland. De filmpjes die ik gebruik zijn "gewone" 400 ASA filmpjes die ik aanschaf bij de HEMA, alwaar ik ook mijn opnames, tot zeer groot genoegen, laat ontwikkelen en afdrukken bij de 1 uurs service hier in Dordrecht.....Vragen naar Peter, hij is DE ASTROMAN aldaar!!! Heel belangrijk is om genoeg tijd te nemen om zo precies als maar mogelijk is met de poolaskijker de montering uit te lijnen op de poolster. Ik heb ondervonden dat de poolaskijker van de EQ6 hiervoor uitstekend geschikt is. Zorg er vooral voor dat de poolaskijker goed parallel gemonteerd zit in/met de poolas. Als het goed is staat er in de handleiding van de montering hoe je deze (overdag) kunt/zou moeten kunnen uitlijnen!!
Mijn te fotograferen objecten zoek ik gewoon op "met zoeker en sterrenkaart", vervolgens (na scherpstellen) vervang ik het oculair voor mijn ZENIT B en belicht ik meestal een minuutje of 15 tot 20. Het volgen doe ik dus met een 70mm refractor plus verlicht kruisdraad. Met de hand volgen kan natuurlijk, maar zo'n handig "volgkastje" (toch nog een knieval richting elektronica!!) gekoppeld aan twee elektromotoren maakt het allemaal iets trefzekerder en dan nog moet je heel alert en geconcentreerd "die volgster in het kruisdraad houden" want hoewel de EQ6 van zichzelf best redelijk nauwkeurig volgt merk je dan echt wel het verschil tussen "digitale volgfoutcorrectie"(Periodic Error Control genaamd)" en "handmatige volgfoutcorrectie"........maar ja, het moet "op een goedkopie" en dan wil ik best wel effe een minuutje of 20 "mijn kop erbij houden"!! Omdat mijn camera in het Newtonbrandpunt zit (bovenaan de kijker) en ik mijzelve tijdens het volgen aan de achterkant van de kijker bevind, maakt ik gebruik van een kabelontspanner van ruim een meter lang (erg handig!! maar moeilijk te pakken te krijgen!)om de sluiter van de camera "op afstand" te kunnen bedienen. Tot slot.....doe niet zo stom als de schrijver dezes in het begin deed en "veel foto's willen maken op 1 nacht".....In de eerste plaats is "volgen" een zeer inspannende bezigheid en in de tweede plaats verander je na 20 minuten stilzitten, zeker in de winter, in "no time" in een ijspegel....en da's bepaaldelijk niet gezond voor de gezondheid!!
De bijgevoegde foto's laten twee zeer moeilijk te fotograferen typische winterobjecten zien. De ene (B33 ofwel de Paardekopnevel, zie foto hierboven) is een visueel zeer moeilijk waar te nemen zogenaamde "donkere stofwolk" in het markante sterrenbeeld Orion. Hij wordt heel vaak en ZEER ONTERECHT in adem genoemd en weergegeven met de beroemde grote Orionnevel (M42). Die Orionnevel is zeer helder en giga-groot terwijl de Paardekopnevel dat nu juist allemaal NIET is. Zowel fotografisch als visueel is de Paardekopnevel een extreem zwak en moeilijk waar te nemen object! Rosettenevel
Ditzelfde geld ook voor emissienevel genaamd de Rosettenevel (NGC2237, zie foto hiernaast), met dit verschil dat de Rosettenevel niet zo moeilijk waar te nemen is omdat "ie"zo klein is maar juist omdat "ie" zo immens groot is.... Aan de hemel beslaat deze op de Orionnevel gelijkende gaswolk dezelfde oppervlakte als de volle maan en dat is VEEL!!. De oppervlaktehelderheid is daarom zeer laag met alle nare gevolgen van dien!
De jonge sterrenhoop die omringd wordt en deel uitmaakt van het Rosettenevelcomplex heet NGC 2244 en wordt gedomineerd door superheldere superhete (en daarom sterren met een korte levensduur!) blauw/witte reuzensterren. Omdat deze hete blauwe sterren nog aanwezig zijn duid dat erop dat dit sterrenhoop/gasnevelcomplex nog vrij jong is. Het object beslaat een werkelijke diameter van ongeveer 55 lichtjaar en staat op een afstand van 2600 lichtjaar. De Rosettenevel behoort tot een van meest massarijke emissienevels. De Orionnevel lijkt welliswaar groter maar deze staat dan ook een flink stukkie dichterbij, 1500 lichtjaar bij een diameter van 30 lichtjaar.
Beide opnames zijn eigenlijk te kort belicht voor "het soort object" maar omdat de plaatselijke lichtvervuiling en toegegeven mijn uithoudingsvermogen niet langer toelaten "moet het maar zo". Op de computer heb ik het contrast daarom "digitaal wat opgeleukt" zonder overigens de werkelijkheid geweld aan te doen......lang leve ouderwets/modern!!

Clear skies to you all! Jan Brandt

0 Comments:

Een reactie plaatsen

Links to this post:

Een koppeling maken

<< Home