7
Techniek rollen

|

top
|
Aan beide kanten van het net (midachter) 2 turnmatjes in de lengte tegen
elkaar.
Werken
in 2 groepen: Eén werpt aan, de anderen moeten om beurten de bal terug spelen
naar de aanwerper. Steeds
met 2 handen passen, hierna
afrollen op de mat. Laat de spelers om beurten aanwerpen, zodat T
aan beide kanten kan controleren. Eerst alle spelers naar de ene kant, daarna
terug.
- Als
het rollen redelijk wordt beheerst, kunnen
de matten achterwege blijven.
|
8
Elk een bal
1.
serveren - bal nalopen - aan de overkant weer serveren (na een foute
serve moet je verplicht 5x opdrukken in ligsteun; dames op de knieën/ heren op
de tenen)
2.
op de linksvoor plaats (pos.4), de bal voor jezelf opwerpen en dan
smashen.
3.
serveren en passen in stroomvorm:
A serveert; B wacht; C of D passt; E vangt B af en sluit aan die kant aan
achter A.
B neemt opengevallen plaats in.
|

top
|

- Er kan van 2 zijden gewerkt worden, in ieder geval als er
meer dan 8 zijn. Zijn er minder, dan bv. maar één speler laten passen.
Nog minder: dan van één kant laten serveren. Serve fout = 5x opdrukken in
ligsteun. Pass
fout = rol links, gevolgd door rol rechts.
|
9
Oefeningen met 2-tallen
(ook sprong - setups)
1.
Bovenhands over en weer spelen en ondertussen een tweede bal naar elkaar
over en weer rollen.
2.
Idem, maar onderhands spelen.
3.
Over en weer spelen:
ver - kort - ver; van beide kanten (zeer snel lopen; helemaal tot de
achterlijn.
4.
Op 1 meter van elkaar: sprong set-ups geven (speciaal voor de
lichaamscontrole) hou de handen hoog boven het hoofd.
- Hetzelfde doen we nu op 3 meter van elkaar.
- Ook nog eens
op 6 meter en voor de beteren ook nog op 8 meter.
5.
Afsluiten met het ontspannen lopen (joggen) van ± 4 rondjes.
|

top
|
10
Met 2-tallen (hard & prikbal)
1.
Bovenhands en onderhands over en weer spelen.
2.
Idem met smashes en verdedigen (ook opzij van de partner spelen).
3.
Degene bij het net speelt “hard” achterin, deze wordt terug
gepasst, waarna een “prikbal” op, of zelfs nog vóór de 3
meter-lijn volgt. Deze wordt ook gespeeld, waarna degene bij het net 1x
voor zichzelf recht omhoog speelt. Daarna de
hele cyclus opnieuw. Na verloop van tijd wisselen van functie.
|
11
Techniekoefeningen in “carrousel”-vorm
(zie ook pagina "conditie")
)

nr.9 begint
als alles “draait”, nr.1 af te lossen. Als dit is gebeurt, neemt nr.1
het over van nr.2; 2 van 3,
enz. (niet te vroeg weglopen, de zaak moet in
beweging blijven).
- Zijn er meer deelnemers dan 9, dan extra inlassen: bv. smashen tegen
de muur
(bij één extra speler extra); sprong set-ups geven, over 1 à 2 meter
(als er 2 extra zijn).
|

top
|
nr.1 =
staan op de kast en een bal vasthouden, juist over het net
nr.2
= smashen tegen de door 1
vastgehouden bal, daarna omdraaien en een duik maken van het net af
nr.3 = smashen naar
verdediger 6
nr.4 = samenspelen met
8, over het net. Je mag voor jezelf 3x spelen.
nr.5 = blokkeersprong
maken en daarbij een bal boven het net
doorgeven aan 7.
nr.6 = de ballen die nr.3
smasht, verdedigen (terug passen op nr.3)
nr.7 = samen met nr.5; de
bal weer terug geven, enz.
nr.8 = zie nr.4.
|
12
Beginnen met 2-tallen,
daarna gezamenlijk
1.
Inspelen met 2-tallen: bovenhands
/ onderhands / smash-verdediging / idem met
verplaatsen / hard - zacht enz.
2. A,
B en C hebben een bal. (rij bij D), A speelt D aan, D verdedigt, speelt
terug naar A. B speelt D aan, D verdedigt, speelt terug naar B. Zo ook
C. Inmiddels is A begonnen E aan te spelen en later F, G, enz. D sluit
weer aan achter het rijtje bij G.
- Na een paar minuten wordt A afgelost, na weer 1 à 2 minuten B, daarna
C enz.
|

top
|

Als ieder 2 x heeft aangespeeld, beginnen we opnieuw, maar nu start C
met aanspelen (we werken dus de andere kant op), D E F G stelt zich nu
op tegen over C.
|