DE HISTORIE VAN DE HORSTEN, DE PAAUW EN DUIVENVOORDE | .
Voorgevel Koetshuis met het wapen van Ter Horst en het jaartal MDCCI (=1701) |
||
Tot de 18e eeuw Van veel van de buitenplaatsen die in de zeventiende eeuw door welgestelde burgers of adellijke lieden zijn aangelegd gaat de historie terug tot in de middeleeuwen. De stroken duingrond waren vanouds een goede - en vooral droge plek - om een stevig onderkomen neer te zetten. Zo vinden we aan het einde van de 17e eeuw een hele keten van buitens die loopt vanaf het Haagse bos in Den Haag tot aan Wassenaar en Voorschoten, daar waar de Rijn een onderbreking vormt van de noord-zuid lopende oude duinrijen. Op de oude duinrijen verrezen kastelen en landhuizen en op de flanken - daar waar het duinzand overgaat in het veen - grote boerenhoeven. Een en ander is fraai te zien op de kaart van1687 (afbeelding links). De oude duinrijen zijn nog nergens afgegraven en laten zich daardoor goed herkennen (de gestippelde gele stroken). Midden in het gebied treffen we een breed lager veengedeelte aan (groen gekleurd), met op het laagste punt de veenwetering (de zwarte doorgaande lijn) die in het Haagse bos begint en noordwaarts in de Rijn uitmond. Bovenaan op de kaart is de Papelaan te zien (rode pijl, waar nu de hoofdingang van het landgoed en het parkeerterrein te vinden is). De buitens de Paauw, Raephorst, Ter Horst en Duivenvoorde zijn op de kaart goed te herkennen (en voor het gemak rood omcirkeld). Eikenhorst komt niet op de kaart voor omdat het waarschijnlijk een klein en onbelangrijk buiten betrof. In latere tijden verpieterden veel kastelen en landhuizen. De bijbehorende landgoederen werden verkaveld en in veel gevallen voor agrarische doeleinden gebruikt of met huizen bebouwd. Het mooie, ooit aaneengesloten gebied tussen Den Haag en Wassenaar raakte daardoor versnipperd. Het gebied van de Horsten is hierop een uitzondering. Het is tot op de dag van vandaag grotendeels onaangetast gebleven, zeer tot genoegen van de vele natuurminnaars en wandelaars. De Paauw is helaas door de tot A44 uitgegroeide oorspronkelijke landweg volledig afgesloten geraakt van de Horsten. Gelukkig vormen aan zuidzijde kasteel Duivenvoorde en de beschermde veenpolder een barrière tegen het oprukkende Leidschendam waardoor aan die kant de openheid van het landschap behouden bleef. |
De tijd van Prins Frederik Het bestaan van het landgoed De Horsten heeft veel, zo niet alles te maken met Prins Frederik der Nederlanden (afbeelding rechts). Hij was de tweede zoon van koning Willem I en een vermogend man, o.a. door het delen in de erfenis van zijn moeder Wilhelmina van Pruisen (een zuster van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm III). Zo kon het gebeuren dat hij in en rond Den Haag diverse panden en gronden aankocht waaronder (in 1838) de landgoederen De Paauw, Ter Horst en Raephorst, en later ook nog Eikenhorst. Met zijn gezin ging hij na een verbouwing van het landhuis op de Paauw wonen. Het was een aantrekkelijk gebied. Een ideale plek, gelegen langs de kort tevoren aangelegde landweg van Den Haag naar Amsterdam (de huidige A44), met veel jachtgrond in de bossen rondom en de mogelijkheden voor inkomsten uit pachtboerderijen in de lager gelegen gedeelten. Om zijn vier landgoederen een geheel te maken liet hij de Duitse landschapsarchitekt C.E.A. Petzold een plan maken. Het terrein van Raephorst werd in Engelse landschapsstijl en met veel slingerpaden en doorkijkjes heringericht. De Paauw werd met een mooie zichtas met Raephorst verbonden. Tegen de duinrand aan werd een grote heuvel opgeworpen en met seringen beplant. Er kwam een zeskantige uitzichttoren op, met een houten koepel als bekroning. In de aangrenzende vallei werd een grillig gevormde vijver uitgegraven. Vanaf die toren was er een fraai uitzicht over de vijver en omgeving, tot aan Den Haag toe. Oostwaarts werd een zichtas aangebracht tot aan de oudste strandvlakte bij Voorschoten (foto links). De ouderdom van de toren laat zich mooi afleiden van de aanwezige muurankers in de muren (foto rechts). De oorspronkelijke koepel werd rond 1960 vervangen door een nieuw exemplaar. De prins had veel op met jacht. Oostelijk van de waterpartij liet hij een schiethuis bouwen in neogotische stijl (het huidige Theehuis). Bij de grote waterpartij achter het schiethuis kwam een verhoogd bordes met daaronder een botenhuis, dat was rond 1870, ook weer in neogotischestijl. In de zuidoostelijk hoek van zijn landgoed liet de prins het daar aanwezige vervallen landhuis tot een klein jachtslot verbouwen, eveneens neogotische stijl, dat was rond 1870. Het hele jachtgebied werd gemarkeerd met 2 meter hoge granietenzuilen met daarop het opschrift "Eigen Jagt van ZKH Prins Frederik" (foto links). Rond de Horsten (o.a bij de ingang) en de Paauw zijn nog enkele van deze zuilen te vinden. |
Wat er nog van rest Van kasteel Raephorst, ooit de kern van het gebied, is vrijwel niets meer over. Het moet ooit een roemruchte burcht zijn geweest dat teruggaat tot het jaar 1230 toen Heer Kerstand van Raephorst er een machtig onderkomen liet bouwen (foto rechts). Wat er van rest is opgenomen in een boerderij, annex oude rentmeesterswoning. De gevel draagt nog het wapen van Raephorst waarop het jaartal 1638 is te zien. Het op het terrein van Raaphorst aanwezige theehuis dateert van ca 1850. Het is oorspronkelijk gebouwd als schiethuis. De typische bouw met een langgerekte smalle open vleugel (de schietgang van waaruit de 'jagers' op het voortgedreven wild konden schieten) herinnert daar nog aan. Binnen roepen de vele jachttrofeeën de sfeer van de jacht van weleer op (zie de foto's in het hoofdstuk 'Horeca'). Langs de grote vijver achter het theehuis is nog het oude botenhuis met terras te vinden (foto rechts). Vandaar uit heeft men een aardig uitzicht over het water. Ook de zuidwestelijk gelegen hofstede en het landhuis van Eikenhorst zijn verdwenen. Prins Frederik liet het landhuis slopen. De hofstede sneuvelde bij een bombardement in de tweede wereldoorlog. Op de plek waar het stond liet prinses Christina rond 1970 een nieuw en modern landhuis bouwen dat zoals bekend nu bewoond wordt door koning Willem Alexander en zijn gezin (foto links). Om veiligheidsredenen is dit gedeelte nu afgesloten waardoor dit deel van de Horsten niet meer toegankelijk is. Het landhuis zelf is niet meer te benaderen. Met een beetje geluk kunt u in de winter vanaf de Horstlaan net boven de bomen de koninklijke vlag zien wapperen (als de koning thuis is natuurlijk). Dan Ter Horst, in de zuidoosthoek van de Horsten. Het oorspronkelijke kasteeltje Ter Horst (foto links) is verdwenen. Prins Frederik liet het rond 1860 grotendeels slopen en het oude gebouw tussen 1863 en 1876 naar ontwerp van J.W.F. Mouton in neogotische stijl herbouwen tot een klein jachtslot (foto rechts). Van de oorspronkelijke bebouwing resteert nu alleen nog de kelder en de achterbouw. Na het overlijden van prins Frederik kwamen slot en ca 40 hectare aan landerijen in andere handen. Koningin Wilhelmina kocht het landgoed evenwel weer terug, herenigde zo de Horsten weer tot één gebied en stelde het landgoed open voor het publiek. In 2008 heeft Koningin Beatrix het vooral inwendig verwaarloosde Ter Horst verkocht aan een particulier. In 2003 volgde een restauratie die alleen tot het exterieur beperkt bleef. |
Tot voor kort stonden er twee identieke wapenschilden van Terhorst op de beide pilaren van het ingangshek aan de Voorschoterkant, gekenmerkt door vier golvende rode banen op een veld van goud (zie ook de foto van het koetshuis boven in dit hoofdstuk). Maar nu prijkt er bij de ingang aan de linker pilaar een nieuw wapenschild (vergelijk de beide foto's hieronder). Waarom staat dat wapenschild nu op die linker pilaar? Wel het was Reinier Pauw (1591-1676), kleinzoon van Adriaan die door zijn (tweede) huwelijk met Christina van Ruytenburch, vrouwe van Ter Horst, in 1631 eigenaar werd van het kasteel en de bijbehorende landerijen en zich 'Heer van Ter Horst' mocht noemen. Hij heeft toen zijn familiewapen in vier kwartieren verdeeld en uitgebreid met 2x het wapen van Ter Horst (afbeelding links). Het is dus het "Paauwdeel" uit dat wapen dat nu een plaats heeft gekregen op de linker pilaar bij de Voorschoteringang. Reinier Pauw was schepen en rekenmeester van Amsterdam en raadsheer en president in de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland. Hij behoorde, net als veel van zijn familieleden, tot de Oranjegezinde partij van die dagen en bezat ook het huis Korte Vijverberg 3 in Den Haag (nu het Kabinet van de Koning). |
De huidige eigenaar Via konigin Wilhelmina was het eigendomsrecht overgegaan op haar enige dochter Juliana. Eind 2005 heeft de officiële verdeling van de erfenis van koningin Juliana plaatsgevonden. Volgens de NRC had de notaris 24 pagina's nodig om de verdeling van de landgoederen, villa's, boerderijen en al dan niet historische kostbaarheden te beschrijven. Voor de bezoekers van de Horsten is het interessant (en geruststellend) te weten dat bij de verdeling het landgoed toen als één geheel is overgegaan naar de nieuwe eigenaresse, dochter koningin Beatrix en via haar in 2017 naar koning Willen Willem Alexander. De enige beperking daarop vormen de boerderijen Raaphorst en Horstlaan 14 waarvan prinses Margriet het eeuwig durend recht van erfpacht en opstal had gekregen. Uit de ter beschikking staande gegevens van het kadaster blijkt dat het oostelijk van de spoorlijn gelegen weilandgedeelte ook deel uitmaakt van de Horsten, waarmee ook dit gebiedje hopelijk gevrijwaard is van toekomstige bebouwing. Intussen is Koning Willem-Alexander de nieuwste eigenaar geworden. Begin 2017 heeft Prinses Beatrix via een schenking het landgoed als geheel overgedragen aan haar oudste zoon. De Horsten blijft zo gewaarborgd tegen verdeling en versnippering. De koning zelf is met zijn gezin begin 2019 van de Eikenhorst verhuisd naar Paleis Ten Bosch in Den Haag. |
Aan de andere kant van de Rijksweg: de Paauw en Backershagen Een kleine duik in de geschiedenis van de Paauw leert dat dit landgoed zijn naam heeft ontvangen van mr Cornelis Arentsz. van der Dussen die in 1556 een huis liet bouwen dat hij 'Te Pau' noemde. Een latere eigenaar, Adriaan Pieter Twent, liet het oude huis afbreken en er een modern landhuis voor in de plaats bouwen. Prins Hendrik, zoon van Koning Willem III, kocht landgoed en kasteel in 1838 en breidde izijn gebied door aankoop van het aangrenzende grote landgoed Backershagen verder uit. Na zijn dood gingen huis en landgoed over op zijn dochter, die gehuwd was met de prins van Wied. In 1910 werden De Wildzanck en Hartenkamp daar weer van afgesplist. Via een exploitatiemaatschappij wordt in 1925 de gemeente Wassenaar eigenares van De Paauw en een gedeelte van de omgevende gronden. Het landhuis is er nog steeds en doet nu dienst als het officiële raadhuis van Wassenaar. Aan de tijd van Frederik herinnert nog de princessetuin met een beeld van de aartsengel Michael onder een Grieks tempeldak. De paardendrinkbak met twee leeuwenfiguren die voor het huis staat (foto rechts) was een geschenk van Tsaar Alexander van Rusland aan de prins. Hoewel het landgoed strikt genomen niet meer tot de Horsten behoort, is de Paauw (en daarmee ook Backershagen) om historische redenen toch in dit hoofdstuk opgenomen. In de tijd van Prins Hendrik vormden de Horsten en de Paauw èèn geheel wat op een oude cadasterkaart uit 1904 nog steeds goed is te zien: de wandelpaden tussen de beide vijvers aan weerszijden van de straatweg (toen nog een smalle rustige weg, nu de drukke N44) sluiten nog mooi op elkaar aan! (afbeelding links). Ook de zichtas (→) die beide terreinen verbindt is goed te zien en dat is nog steeds het geval. |
Kasteel en park Duivenvoorde Dit fraaie kasteel werd in 1625 opgetrokken op de muurgedeelten van een oudere voorganger waarin op zijn beurt een nog oudere donjon (gevechtstoren) was opgenomen. Bij een verbouwing in 1631 in opdracht van Johan van Wassenaer van Duivenvoorde werd het kasteel uitgebreid tot een hoog opgaande middenbouw, geflankeerd door twee iets lagere dwarsvleugels aan weerszijden van het voorplein. Het geheel werd door een gracht omgeven. Na de laatste grote verbouwing in 1731 is het kasteel nagenoeg ongewijzigd gebleven. Bijzonder is ook dat het kasteel in de vele eeuwen dat het bestaat nooit is verkocht maar altijd door overerving van eigenaar is verwisseld. De laatste bewoonster was barones Schimmelpenninck van der Oye die haar bezit vóór haar dood aan een stichting heeft overgedragen. Rond 1650 werd er een grote streng geometrische tuin aangelegd (foto hierboven) die later in een Engels landschapspark met slingerende paden en fraaie doorkijkjes werd omgezet. Van deze laatste naar het ontwerp uit 1831 van J.D.Zocher aangelegde tuin was in de loop van de tijd veel verloren gegaan. Daarom kreeg landschapsarchitect Michael van Gessel in 2007 de opdracht tot het maken van een herstelplan. Deze bracht opnieuw structuur aan in het park. Boomgroepen, lanen, wandelpaden en waterpartijen kregen de vloeiende contouren terug en de oude zichtlijnen werden hersteld (foto rechtsboven). De laaste stap in de restauratie betrof de aanleg van een fraaie bloementuin achter het 'boswachtershuis' bij de ingang. en het herstel van de lange fruitbomenmuur aldaar. Vanuit de nieuwe horecavoorziening 'De hof van Duivenvoorde' heeft de bezoeker er een mooi zicht op (foto links).. |