
Monterotonde.
We nemen een rustdag en willen bij het station informeren naar de mogelijkheden van het openbaar vervoer rond Rome.
Bij een parkje dicht in de buurt is een wasstation voor autobussen.
We vragen hoe we bij het treinstation komen.
Hij loopt naar een collega. We begrijpen dat hij probeert te informeren welke bus daarheen gaat.
Nee zeggen we, te voet. Dat is ongeveer 20 minuten, vertelt hij en geeft met z'n arm de richting aan.
We wandelen die richting uit.
Na een tijdje besluiten we te vragen of we nog goed zitten.
Dymph spreekt een vrouw met een hond aan. Dat moet toch iemand hier uit de buurt zijn, denken we.
Ze zegt (met handen en voeten) dat we veel beter met de bus kunnen gaan. Nee, nee zeggen we, we gaan te voet.
Ze zegt nog eens beter de bus. Uiteindelijk legt ze ons uit hoe we er te voet komen.
We zitten nog steeds goed trouwens en wandelen verder.
Toettoet
Wat schetst onze verbazing als een tijdje later diezelfde vrouw met haar auto naast ons stopt.
Ze gebaart dat we met haar mee kunnen rijden naar het station. Dat is trouwens nog best een aardig stukje. Ik denk dat onze wandeltijd op toch wel 45 minuten was uitgekomen. Voor een wandelaar natuurlijk niet echt een probleem.
Dymph zegt later tegen me, dat ze denkt, dat ze ons speciaal met de auto nagereden is.
We gaan het station binnen en kijken eens naar de verschillende vertrektijden morgen.
Verder is het een onbemand en smerig station.
We besluiten eens te informeren of we eventueel met de bus terug naar ons Albergo in Monterotondo kunnen.
Er is een Bar vlakbij het station waar we een cappuccino en een americano bestellen.
In deze bar informeren we naar de vertrektijden van de bus. Die bus gaat waarschijnlijk helemaal niet.
Waarom niet? Geen idee.
Een jongeman schiet ons te hulp. "Jullie willen naar Monterotondo?", vraagt hij.
Hij heeft een zwart petje omgekeerd op z'n hoofd staan.
De jongeman spreekt goed Engels en hoort aan ons dat we uit Duitsland of Nederland komen.
Hijzelf staat hier voor niks. Eigenlijk wilde hij met een trein naar Rome, die gaat om een of andere onverklaarbare reden niet.
Officiële dienstregelingen moet je hier met een korreltje zout nemen.
Hij verklaart dan ook:" I will tell you a secret. In Italy every day is a Sunday."
Uit nood moet hij terug naar Monterotondo. Hij nodigt ons uit met hem mee terug te rijden in zijn auto.
Dat doen we.
In de auto blijkt het een student Mathematica zijn aan een universiteit in Rome.
Als ik vraag of de studenten daar Engels spreken, kijkt hij mij met grote open ogen aan.
Engels spreken? Dat valt tegen. Hij was met een medegroep studenten naar Egypte. Hij was de enige van de groep die behoorlijk Engels sprak. Hij moest de hele tijd vertalen.
Engelse colleges dan? Nee, onbestaanbaar. Dat is onmogelijk in Italië.
Dymph en ik bekeken bij dit station de mogelijkheid een deel met openbaar vervoer te doen.
Dat ziet er niet direct veelbelovend uit.
In de Albergo waar wij overnachten spreken we ook nog met iemand van de receptie.
Hoe is het met naar Rome gaan?
De enige kans die zij ziet is in de morgen reizen. Ook al zou de trein officieel ook 's middags meermaals gaan.
Zij heeft er geen vertrouwen in dat de trein ook werkelijk gaat.
Ze verontschuldigt zich, maar Italië..... Tja ;-))
Waarschijnlijk gaan we gewoon maar te voet. Daar kun je kennelijk meer op rekenen dan op het vervoer hier.
Onze student zet ons af in het centrum.
We gaan nog even de kerk in.
Toevallig vallen we midden in een trouwplechtigheid.
Prachtige muziek van dwarsfluit met harp.
We blijven tot het einde zitten.
De voorganger preekt vol vuur over verbinding en nog veel meer. We verstaan maar een paar woordjes.
De mensen wensen elkaar vrede. Zo krijgen wij ook nog enkele handdrukken van Italiaanse vrouwen die voor ons zitten.
Rondkijkend krijg ik wel een beetje merkwaardig gevoel bij sommige aanwezigen.
Wat vind jij van deze mannen? Die typerende nekken en dan dat type zonnebril?
Daar kan ik me natuurlijk helemaal in vergissen. Het is maar een gevoel natuurlijk.
Morgen is het de heiligverklaring van twee pausen.
Dat wordt wat in Rome.
Morgen komen wij in Rome aan.