DE WATERLOPEN VAN OEGSTGEEST

 
 
  Op de historische kaart
 
  Oude waterlopen 
 
  Boezemwater 
 
  Natte wijken (Poelgeest en Nieuw Rijngeest) 
 


 

Op de historische kaart

 
Hist. kaart
Kaart: uit de Grote Atlas van de Hoogheemraadschappen (J.Dou en S.Brouckhuyzen, 1687), gekopieerd uit "Blauwe Ader van de Bollenstreek, 350 jaar Haarlemmertrekvaart - Leidsevaart" (2007).

Voor liefhebber van historische zaken valt er veel op de nevenstaande kaart uit 1687 te beleven. De wegen zijn nog ondergeschikt aan de waterlopen die dan ook opvallend zijn weergegeven: de Mare (met de Poel), de Leede, de Oude Vliet en de trekvaart naar Haarlem. Linksonderaan komt ook nog net de kronkelige Rijn in beeld.
 
Even links van het midden vinden we de buurtschap rond de Groene of Willibrordkerk. Pal eronder is de oude Vliet te zien die de verbinding vormt tussen de kronkelende Mare (rechts) en de eveneens kronkelende Vliet in Rijnsburg (links). Vanaf de Dorpstraat loopt een weg zuidwaarts (de huidige Rhijngeesterstraatweg) en buigt voorbij de aanduiding Vijfhuisen naar rechtsonder af richting Leiden (de huidige Geversstraat en de Rijnsburgerweg).
De andere kant op, naar het noorden, vinden we de Heerwegh (thans Haarlemmerstraatweg) naar Sassenheim. De oude Vliet kende een dwarskreek die in het huidige |Oegstgeest nog is terug te vinden. De poot naar beneden maakt een scherpe bocht naar links, de plaats van het bekende molentje aan de Irislaan.
 
Rechts op de kaart vinden we langs de Mare het "Thuis te Poelgeest" (kasteel Oud Poelgeest) en rechtsboven op de zandrug langs de Leede treffen we het langgerekte dorp Warmond aan.
 
De - in vrijwel rechte lijn aangelegde - trekvaart naar Haarlem doorsnijdt de polders boven Oegstgeest om (buiten de kaart) in Voorhout rechtsom te buigen richting Haarlem. Even voorbij het begin van de trekvaart vinden we de aanduiding Tol, de plek van het nog steeds bestaande Tolhuys.



 

Oude waterlopen

 
De Haarlemmertrekvaart
Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de trekvaart van Leiden naar Haarlem gereed kwam. Tot die tijd was Amsterdam alleen per zeilboot over het gevaarlijke Haarlemmermeer te bereiken of anders met paard en wagen over hobbelige zandwegen via de route Sassenheim, Lisse en Haarlem. De komst van de door Leiden en Haarlem betaalde trekvaart met jaagpad betekende in die tijd dan ook een enorme vooruitgang.
 
De trekvaart takte bij Warmond af van de Mare en liep vervolgens boven Oegstgeest langs richting Voorhout en vandaar naar Haarlem. In Lisse (halfweg) konden de paarden gewisseld worden. Aan beide zijden werd een tolhuis gebouwd. Het tolhuis aan de Leidse kant bestaat nog steeds en werd in 2005 grondig gerestaureerd en als kantoor annex luxe restaurant in gebruik genomen.
 
De overdekte trekvaartschuiten voeren volgens een vaste dienstregeling tussen Leiden en Haarlem. Het vervoer was wat langzamer dan de postkoets maar wel veel geriefelijker. De boot werd bestuurd door een schipper en werd voorgetrokken door een jager op het jachtpad waarvan het paard dat door middel van een touw met de mast van de boot was verbonden.
Kwaakbrug
Trekvaart omstreeks 1750, ter hoogte van de Kwaakbrug. De jager te paard is even los van de boot en steekt net de brug over.
Links het zicht op Leiden met de Pieterskerk in de verte.
(tekening in Oost Indische inkt, Regionaal Archief Leiden)
Trekvaart met Tolhuys
Foto anno 2007 van de Haarlemmertrekvaart, ter hoogte van het
Oude Tolhuys, gezien vanuit Haaswijk richting Haarlem.
Het oorspronkelijke jaagpad bevindt zich aan
de rechterzijde van de vaart.

In het topjaar 1677 vervoerden de trekschuiten bijna 3000 passagiers per week. Rond 1810 kwam de bestrating van de weg naar Haarlem gereed. De concurrentie van het vervoer op de weg nam toe. De in gebruikname van de spoorlijn naar Haarlem en Amsterdam betekende de doodsteek voor de trekschuit, al bleef het goederenvervoer tot 1950 nog wel gebruikmaken van de trekvaart. Wat thans rest is een rustieke noord-zuid waterverbinding in deze regio waarvan het gedeelte langs Haaswijk met het Tolhuys zeker een van de aardigste is.
 
Het Oegstgeester Kanaal
In de jaren dertig van de negentiende eeuw zorgden overstromingen van het Haarlemmermeer regelmatig voor grote problemen. Er werd daarom een plan gemaakt om het meer in te polderen. In 1852 was de droogmaking voltooid. Maar zoals ook elders vermeld (zie het hoofdstuk "Ondergrond") betekende een droge Haarlemmermeer dat het overtollige water van Rijnland voortaan westwaarts moest worden afgevoerd. Daarom werd besloten de bestaande smalle vliet te vergraven tot een brede vaart, het huidige Oegstgeester Kanaal.
 
kanaal
Ontwerp kanaal uit 1800
(kaart Gemeentearchief Oegstgeest, op prov.website)
Oegst.kanaal
Foto genomen vanaf de Jan Willem Oortbrug, richting Katwijk.
 

Op het kaartfragment uit 1800 is het tracé met twee rode lijnen aangegeven. Een aantal percelen moesten worden onteigend omdat ze midden in het geplande kanaal lagen. Zo werd de oude boerderij "Haaswijk" afgebroken en ten noorden van het kanaal opnieuw herbouwd.
Aan de noordkant van het kanaal (rechts op de foto) is in het verleden een strook land vrijgehouden van bebouwing om het kanaal nog te kunnen verbreden als de klimaatswijziging dat noodzakelijk maakt. Er zijn plannen in de maak (geweest) om deze strook in te richten als (natte) ecologische verbindingszone.
 
Twee bijna vergeten waterlopen
Op het historische kaartje links zijn in dit gebied nog twee waterlopen te zien die het vermelden waard zijn. Het zijn eigenlijk oude kreken die haaks op de oude Vliet (V, nu Oegstgeesterkanaal) staan: de Pastoorswetering en de Zandsloot.
De wetering (W) takt ter hoogte van de oude trambrug over het kanaal af om zijn weg achter de huizen en langs de sportvelden van de Voskuyl te vervolgen om daar ergens dood te lopen.
De Zandsloot (Z) loopt van het kanaal naar het molentje aan de Irislaan om dan langs de Admiraal de Ruyterlaan het oude Oegstgeest in te gaan.


 

Boezemwater

 

De Haarlemmer trekvaart, het Oegstgeesterkanaal en de daarmee in verbinding staande hoofdsloten liggen op boezempeil, Dat wil zeggen dat het water binnen het hele Hoogheemraadschap een systeem vormt en direct via de boezemgemalen in Katwijk, Halfweg en Gouda wordt opgepompt om al dan niet via een rivier of kanaal op zee te lozen.
Het gemaal in Katwijk waarop het Oegstgeesterkanaal uitmond heeft in 2011 een grotere bemalingscapaciteit gekregen om de gevolgen van de grotere regenval in de toekomst het hoofd te kunnen bieden. Nadeel van de 'oude' pompen was dat ze bij een hoge zeestand moeilijk tegen die druk konden opwerken en dus minder presteerden. De nieuwe installatie krijgt vier pompen die elektrisch worden aangedreven. Deze pompen voeren dan per seconde 94 m3 af (voor de verbouwing was dat 54 m3/sec) en bij een hoge zeestand nog altijd 75 m3.

Voor de verbouwing was het mogelijk op natuurlijke wijze water te lozen; dat kan alleen als de zeestand lager is dan de waterstand in de boezem van Rijnland. Tijdens dat 'natuurlijk lozen', via kokers onder het gemaal, is het voor bijvoorbeeld glasaal mogelijk naar zoet water te trekken om daar tot paling op te groeien. Na de verbouwing is 'natuurlijk lozen' niet meer mogelijk; voor de intrek van de glasaal is daarom een aparte vispassage aangebracht.


 

 Natte wijken  (Poelgeest en Nieuw Rijngeest)

 
 
De waterbassins van Poelgeest
In de Klaas Hennepoel-polder en de Veerpolder, ten noorden van de nieuw-bouwwijk Poelgeest, ligt een klein natuurgebied met een belangrijke functie bij het beheer van het regenwater. In de Klaas Hennepoelpolder is bij het poldermolentje een zigzaggend waterbassin (B) aangelegd, waarin regen-water uit de wijk Poelgeest wordt opgevangen en gezuiverd. Zo wordt ook voorkomen dat bij hevige regenval de riolen overlopen waardoor er via riooloverstorten ongezuiverd rioolwater in de sloten terecht zou komen.
 
De Klaas Hennepoelpolder en vooral de Veerpolder fungeren daarnaast ook als buffer tegen wateroverlast, omdat bij overmatige regenval het te veel aan water daarin tijdelijk kan worden opgeborgen. Klaas Hennepoel en Veerpolder Zonder dergelijke buffers zou een veel grotere capaciteit van de uitwateringssluizen in o.a. Katwijk nodig zijn om al het overtollige water naar zee te pompen.
Niet al het regenwater uit Poelgeest gaat naar de Klaas Hennepoelpolder. Regenwater dat op drukke wegen en parkeerplaatsen valt, wordt verontreinigd door o.a. benzine, olie, roet- en rubberdeeltjes. Dit vuile water gaat gewoon het riool in. Het water van daken en tuinen e.d. gaat via een apart systeem naar het driehoekige opvangbassin bij de ingang van de wijk,. Onderdeel van dit systeem zijn de open gootjes die her en der in de wijk liggen. Vanuit het opvangbassin gaat het water via een buis onder de Holle Mare (rood-witte pijl) naar een inlaatpunt in de Klaas Hennepoelpolder.
In het zigzagsysteem zuiveren waterplanten als riet, lisdodde en biezen e.d. het water van het teveel aan voedingsstoffen en kleine verontreinigingen. Het water stroomt daarbij langzaam naar het noorden, naar de lager gelegen Veerpolder. Vanuit de Veerpolder kan in droge tijden weer water teruggepompt worden naar de sloten in de wijk Poelgeest. Om dit proces voor iedereen zichtbaar te maken is het grote houten waterrad (R, naast de spoorlijn) aangelegd dat mee beweegt met de waterstroom retour wijk.

Nieuw Rijngeest
Vraag het aan een willekeurige Oegstgeestenaar "Ligt Oegstgeest aan de Rijn" en hij of zij zal zeggen "Nee, niet dat ik weet.
Ja Leiden en Leiderdorp liggen aan de Rijn en natuurlijk ook Katwijk aan de Rijn en Alphen aan de Rijn. Maar Oegstgeest? Maar met de komst van de nieuwe wijk Nieuw Rhijngeest (voorheen Rijnfront) gaat dat veranderen. Oegstgeest ligt straks prachtig aan de oude historische Rijn, ooit een brede stroom zeewaarts en vele eeuwen lang de grensrivier van het Romeinse Rijk .
Er komt een paralelle Oude Rijn met kanaalaftakkingen in de wijk (figuur hiernaast) zodat veel woningen aan het water komen te liggen.
(zie ook bij het hoofdstuk 'Polders')


 naar begin van deze pagina-