...HOME.. |
..Contact.. | ..DOWNLOADS.. | ..Nieuws.. | ..Forum/Vragen.. | ..Links.. | ..Webinfo.. | ..boek_gratis.. | ..Credits.. |
|
Successiewet / Erfbelasting / Schenkbelasting Bedrijfsopvolging Voor ondernemingen is er een faciliteit in de Successiewet. Deze faciliteit heeft de bedoeling het voortbestaan van de onderneming te garanderen. (zodat door betalen van erfbelasting of schenkbelasting de onderneming niet failliet gaat) De bedrijfsopvolging bestaat uit twee delen:
b. een rentedragend uitstel van betaling van 10 jaar De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is van toepassing op een objectieve onderneming Voor toepassing van de faciliteit wordt als een onderneming aangemerkt:
b. medegerechtigheid (v.o.f. aandeel e.d. ) c. aanmerkelijke belang aandelen d. onroerende zaken die ter beschikking zijn gesteld aan de vennootschap De faciliteit is van toepassing over de waarde van de objectieve onderneming in een vennootschap. (cq in het concern) Indien de vennootschap ook beleggingsvermogen heeft, is de faciliteit van toepassing over de waarde objectieve onderneming plus 5% beleggingsvermogen
Een B.V. met een waarde van euro 700.000, gesplitst in een objectieve onderneming euro 500.000 en beleggingvermogen van euro 200.000, is de formule faciliteit van toepassing voor euro 500.000 + 5% van € 500.000 = euro 525.000. De voorwaarden voor toepassing bedrijfsopvolgingsfaciliteit zijn:
b een schenker moet minimaal 5 jaar de onderneming hebben gedreven c. een verkrijger, de voortzetter, moet de onderneming minimaal 5 jaar drijven na zijn verkrijging Bij aandelen moet de voortzetter de aandelen minimaal 5 jaar houden en de vennootschap moet de onderneming in die tijd drijven. Bij toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit moet rekening worden gehouden met twee waarden De waarde going-concern is de waarde, die gelijk is om de onderneming in zijn geheel voort te kunnen zetten. (inclusief goodwill) De liquidatiewaarde is de waarde, gelijk aan de opbrengst indien de vermogensbestanddelen in de onderneming zal worden verkocht, (kapitaal + stille reserves) De voorwaardelijk vrijstelling bestaat uit twee soorten en wordt berekend over de going-concern waarde van de objectieve onderneming De vrijstelling is voor het jaar 2010
b. indien de going-concernwaarde hoger is dan euro 1.000.000, dan is de vrijstelling een bedrag van euro 1.000.000 + 83% over het meerdere van euro 1.000.000 Over het restant waarde van de onderneming kan een rentedragend uitstel van betaling voor 10 jaar worden gekregen. Hiervoor zal dan een conserverende aanslag worden opgelegd. De vrijstelling is voor het jaar 2011
b. indien de going-concernwaarde hoger is dan euro 1.006.000, dan is de vrijstelling een bedrag van euro 1.006.000 + 83% over het meerdere van euro 1.006.000 De berekening van de vrijstelling moet worden uitgegaan van een objectieve onderneming een objectieve onderneming is:
b. bij een vennootschap onder firma, de gehele onderneming, inclusief het buitenvennootschappelijke bedrijfsvermogen, indien dit het buitenvennootschappelijke bedrijfsvermogen onroerende zaken zijn. c. bij een vennootschap de gehele materiele onderneming + 5% beleggingsvermogen inclusief de ter beschikking gestelde onroerende zaken d. Bij beoordeling objectieve onderneming bij aandelen moet tevens hiertoe worden gerekend het deel van de onderneming die een in een periode voor de verkrijging door schenker of overledene zijn gesplitst of zijn afgestaan bij een juridische fusie jaar 2024
jaar 2023
jaar 2022
jaar 2021
jaar 2020
jaar 2019
jaar 2018
jaar 2017
jaar 2016
jaar 2015
jaar 2014
jaar 2013
jaar 2012
Bij hoofdstuk "downloads" kan een excel-rekenprogramma "bedrijfsopvolging" worden gedownload. Hiermee kunt u de bedrijfsopvolgingsfaciliteit berekenen. In deze programma s zijn de tarieven en vrijstellingen van het jaar 2018 tot em met het jaar 2024 begrepen. De berekening van de jaren van voor 2009 en van jaren 2010 t/m 2017 jaren kunnen ook worden opgevraagd. Verder wordt er in de berekening rekening gehouden met de uitspraak van HR 13 juni 2013 en de uitspraak 2016 van rechtbank Breda inzake de verdeling van de latentie. Vennootschappen met vastgoed exploitatie geven voor de berekening van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit veel werk. Bij de belastingdienst wordt er vanuit gegaan dat exploitatie van vastgoed geen "ondernemen" is. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is dan niet van toepassing. Indien er wordt aangetoond, dan er sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer, dan zou de vrijstelling wel kunnen worden toegepast. De aantoning dat er sprake is meer dan normaal vermogensbeheer, moet gedaan worden door de aanvrager van de faciliteit. Per onroerende zaak zal dan een specificatie moeten worden gegeven of er sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer. |