In de achttiende eeuw woonden er op het eiland Texel een aantal schippers van walvisvaarders. De gebruikelijke term voor zo'n schipper was commandeur. In 1765 woonden er zelfs achttien commandeurs op Texel. Dat was tevens het hoogtepunt, ervoor en erna waren het er minder.
Commandeur Jan Meijers Veldmuijs uit het dorp De Koog ging al in 1710 naar Groenland, met het schip "de Nieuwe Mode". Het zou een weinig gelukkige reis worden. Op 23 april vertrokken ze van Texel onder konvooi naar Groenland. Drie maanden later werd de walvisvaarder voor de Klokbaai genomen door een Franse kaper. Het schip werd prijs verklaard. Waarschijnlijk werd de equipage weinig in de weg gelegd, in september was Jan Veldmuijs in ieder geval al weer op Texel.
Zijn broer Willem Meijers Veldmuijs was overigens ook schipper. In 1709 ging hij met "d'Propheet Elias" naar Archangel. Hij laadde daar leer, hennep, juchten, matten en veren. Op 15 oktober werd aan de terugvaart begonnen. In zware stormen raakte het schip het konvooi kwijt, zodat een veilige haven werd opgezocht in Noorwegen. Uiteindelijk arriveerde "d'Propheet Elias" pas begin mei 1710, na een reis van ruim een half jaar. Later in datzelfde jaar vertrok Willem Veldmuijs als schipper met "d'Juffrouw Sara" weer naar Archangel. Ook deze reis verliep niet probleemloos. Op de terugreis werd het schip door een Franse kaper op het Doggersant genomen. In maart 1711 zag de bemanning het schip weer terug: het lag aan de grond omtrent negen mijl van de Noorse plaats Bergen. Er was averij: er zat een gat aan stuurboord, de kiel was vernield, de kajuitsdeur was weg en zo waren er nog de nodige mankementen.
Willem Veldmuijs overleed in januari 1713. Zijn twee jongste zoons Aris en Nan werden ingeschreven in het weesboek van Texel. Voorzover bekend, voeren de latere generaties niet.
Bronnen: Notarieel archief Texel en Amsterdam, DTB Texel, Weesboek Texel, " 't Lant van Texsel".
22 oktober 2001