Schipper Claas Aldertsz uit Warns liet op 20 oktober 1707 een zeebrief maken voor het schip "het Vergulde Hart". Ze vertrokken uit Amsterdam met als bestemming Lissabon. De equipage bestond in ieder geval uit de 34-jarige stuurman Willem Robbers, de 28-jarige bootsman Jan Laurens en de 30-jarige timmerman Gerrit Claese.
Het schip lag acht dagen voor Pampus en nog eens acht dagen onder de Vlieter. Al die tijd kwamen er geen goederen of koopsmanswaren aan boord. Op 12 november werd slechts 29 last gerst ingenomen, hoewel de schipper en de stuurman verzocht hadden om een lading van circa 60 last. Volgens de notariële verklaring was er nog ruimte over voor 20 last. De bemanning zag geen kans om de goederen in het schip vast te krijgen, nu het maar half gevuld was. Het gevolg hiervan was dat ze het konvooi uit moesten laten zeilen zonder hen.
Er zijn enkele opvallende zaken in dit betoog. Blijkbaar was er al circa 11 last geladen in Amsterdam. Nadat er 29 last gerst was ingenomen, resteerde er namelijk volgens de verklaring nog ruimte voor om en nabij de 20 last. Het is ook merkwaardig dat de schipper en de stuurman de capaciteit opgaven als 60 last, terwijl "het Vergulde Hart" een zeebrief had voor 100 last.
Bron: Notarieel archief Texel.
6 januari 2000