Katten aan boord van "d' Agneta Galleij" Schipper Claas Brandaris van Vlieland liet op 17 juli 1709 een zeebrief maken voor het schip "d' Agneta Galleij". Op dezelfde dag begaf hij zich ook naar de Amsterdamse notaris Pieter van der Meulen, om zijn vrouw Jannetje Jans Brouwer te machtigen tijdens zijn uitlandigheid. Hij had daar een speciale reden voor: er moest namelijk een erfenis afgehandeld worden in haar familie. Claas Brandaris was voogd over de kinderen van zijn overleden zwager Dirk Jansz Brouwer. Deze kinderen stond een erfenis te wachten van ene Tietske Adams. Nadat hij zijn zaakjes geregeld aldus geregeld had, vertrok hij naar Livorno. Daar werden in december 1709 en januari 1710 verschillende goederen en koopmanschappen geladen. Om de lading optimaal te beschermen tegen mogelijke schade door ratten waren er drie katten aan boord. Daarnaast bestond de bemanning onder meer uit de 26-jarige stuurman Jurriaan Willemsz van Vlieland, de 53-jarige hoogbootsman David Thomas uit Ierland en de 40-jarige constapel Sijbrand Gerritsz uit Amsterdam.
Bron: Notarieel archief Amsterdam. 3 juni 2000 intro 1705 1706 1707 1708 1709 1710 1711 1712 1713 1714 1715 1716 1717 1718 1719 |