schipper Pieter Hendriksz Abbenes De broers Hendrik en Jan Pietersz Abbenes vestigden zich in het midden van de zeventiende eeuw op Texel. Beiden waren onderwijzer: Hendrik in het dorp Den Hoorn, Jan in Oudeschild. In 1657 werd Hendrik tevens benoemd tot notaris. Zijn zoon Pieter Hendriksz Abbenes trouwde met Neeltje Olphers. Dit echtpaar kreeg tenminste vier kinderen, drie dochters en een zoon. Pieter Hendriksz Abbenes was grootschipper. Hij maakte verre reizen, waarbij niet altijd alles naar wens verliep. Zo is bekend dat hij schipper was op "de Christoffel" toen het schip op 29-6-1686 werd genomen. Geladen met wijnen, tabak en papier was "de Christoffel" onderweg van Charente in Frankrijk naar Amsterdam. De bemanning werd gevangen genomen en behandeld als slaaf. Toevallig is overgeleverd dat de Texelaar Cornelis Reijersz Jonker toendertijd als kok op het schip werkte. Waarschijnlijk is de equipage weer vrijgekomen door losgeld te betalen, zo ging dat althans meestal. Later was Pieter Hendriksz Abbenes schipper van "de juffrouw Cornelia". Zijn schoonzoon Abraham Jansz Schelvis was stuurman op dit schip, voordat hij zelf als schipper ging varen. Pieter bleef actief op de route naar Frankrijk. In 1705 ging "de juffrouw Cornelia" tenminste twee keer heen en weer naar Bordeaux. Daar werden ondermeer wijn, brandwijn, notenbomen planken, papier, Spaanse zeep, olie, siroop en pruimen geladen. Op beide reizen werden ze lastig gevallen door Franse kapers, hoewel Pieter wel over de vereiste pas beschikte. Ondanks de vervelende avonturen van zijn vader, werd ook Olfert Pietersz Abbenes grootschipper. Hij woonde net als zijn ouders in het dorp Den Hoorn op Texel, met zijn vrouw Maartje Jans Elis. Op 31 december 1708 vertrok hij als schipper van het galjootschip "Jacoba Margareta" uit Bordeaux. Ze kwamen op 10 januari 1709 in het kanaal nabij het eiland Wight en ontmoetten daar zeven andere schepen. Eén van hen liet weten door middel van het kanon dat het gewenst was dat ze aan boord kwamen. Hierop stak de schipper met drie bemanningsleden over. Helaas bleven er maar twee man en een jongen achter, maar ze veronderstelden dat de schipper en de bemanningsleden weer spoedig terug zouden komen. De volgende morgen bleek het echter te stormen en het andere schip was ver afgedreven. Zo dobberden ze drie etmalen op zee met een te kleine bemanning, voordat ze hulp kregen van een stuurman en twee bemanningsleden van andere schepen. Bronnen: Notarieel archief Texel en Amsterdam, "Texelse geslachten", lidmatenlijst gereformeerde kerk Den Hoorn, averijgrosse stadsarchief Amsterdam, bijlage bij een brief van consul Calckbrenner. Met dank aan F.T. Neuman. 8 juli 2014 intro 1705 1706 1707 1708 1709 1710 1711 1712 1713 1714 1715 1716 1717 1718 1719 |