Specialisten DT

Specialisten herkent men aan de kraagspiegels die op het bovenste deel van beide revers van het DT gedragen worden. Er naast staat het baretembleem met het dienstvak wapen.

kct
KCT: Het Korps Commandotroepen is een speciale eenheid van de Koninklijke Landmacht. Zij heeft als taak het voorbereiden en uitvoeren van speciale operaties in het kader van bondgenoot-schappelijke verdedigings- en crisisbeheersingstaken. Daarnaast verzorgt het KCT speciale opleidingen ten behoeve van diverse eenheden.
br.kct
Brevetembleem ex-commando: Personeel (groene baret dragend) dat buiten het Korps is geplaatst en niet registratief is ingedeeld bij het Korps Commandotroepen is gerechtigd tot het dragen van brevetembleem voor ex-commando's. Het embleem, dat afgeleide is van het baretembleem, wordt gedragen boven de rechterborstzak van het uniform. Het embleem mag niet in combinatie met de groene baret gedragen worden!
kmar
Kmar:
De Koninklijke Marechaussee is in veel opzichten een duidelijk zichtbare organisatie. Zo begint de vliegvakantie naar het buitenland vaak met paspoortcontrole door de Marechaussee. Ook mensen die Nederland in willen reizen komen in veel gevallen als eerste in aanraking met de Marechaussee, zowel op de lucht- en zeehavens als in de trein en op de wegen. De Koninklijke Marechaussee is een politieorganisatie met een militaire status. Het is een organisatie met een gevarieerd takenpakket in zowel de civiele als in de militaire dienstverlening.
opleiding
Opleiding Infanterieschool:
Daar krijg je de eerste beginselen van het militaire vak ingestampt, exercitie, rijden en alle andere zaken, meestal in 8 weken tijd en dan mogelijk een vervolgopleiding elders.
stoottroepen
Stoottroepen:
Na mei '45 werden de Stoottroepen opgenomen in de nieuwe Landmacht. Uit hen werden vier bataljons Oorlogsvrijwilligers gevormd die als eersten naar het voormalig Nederlands-Indie werden uitgezonden, later gevolgd door vijf bataljons dienstplichtige Stoters. Eind 1957 werd 41 Infanteriebataljon Stoottroepen opgericht en in Ermelo gelegerd. In de loop der jaren is het 'loop'-infanteriebataljon omgevormd tot een Pantser-infanteriebataljon. In 1962 werd het als 41 Infanteriebataljon Stoottroepen naar Nieuw Guinea uitgezonden. In 1968 werd ik in Seedorf-Duitsland bij de 41e Pantserbrigade Staf- en Staf Cie gelegerd.
bevo
Bevo:
Regiment bevoorradings- en transporttroepen.
blj
BLJ:
Bataljon Limburgse Jagers.
mgd
MGD-hospik:
Gewondenverzorger. De hospik leert tijdens een tien weken durende intensieve opleiding zelfstandig levensreddende handelingen uit te voeren, ziektebeelden te herkennen en daarop adequaat te reageren. Ook het transport van gewonden te voet, per voertuig en het voorbereiden op luchttransport behoort tot de onderwerpen. De medic is noodzakelijk omdat de commandoploegen veelal zelfstandig opereren in door de vijand beheerst gebied, zonder daarbij direct terug te kunnen vallen op de civiele of militaire gezondheidszorg.
cavelerie
Huzaar:
Traditionele aanduiding voor een militair met de rang van soldaat bij de cavalerie. Duidelijk herkenbaar aan de zwarte baret met de zwaluwstaart.
oranje gelderland
Oranje Gelderland: Onderdeel infanterie dat in Suriname als de TRIS (TRoepenmacht In Suriname) dienst deed.


genie
Genie:
De genie zijn de bouwvakkers van de landmacht. Ze zijn zeer veelzijdig. Genisten kunnen: bruggen leggen, wegen aanleggen, huizen bouwen, mijnen ruimen, maar ook mijnen leggen en met springstoffen werken. Ook heeft de genie duikers en boten (voor bv. rivierovergang of verkenningen).
div genie
Pontonnier: Traditionele aanduiding voor militairen van de genie die zich met het leggen van bruggen en vlotten bezighouden.
Sapeur: Traditionele aanduiding voor een militair van de genie die zich met constructiewerkzaamheden bezighoudt.
Mineur: Traditionele aanduiding voor een militair van de genie die zich met mijnen en explosieven bezighoudt.
Demolitiespecialist: Explosievenspecialist. Expert in het omgaan met allerlei typen explosieven.
intendance
Intendance: Bevoorraden de eenheden van het Commando landmachtstrijdkrachten met onder meer munitie, brandstof, voedsel en water. Ook verlenen zij algemene vervoerssteun met verschillende typen voertuigen, waaronder trekker-oplegger combinaties.
TD
TD: De herstelcompagnieen bestaan, naast een compagnie stafpeloton en een logistiek peloton, uit een aantal herstelpelotons en materieel-logistieke pelotons. De herstelpelotons zijn uitgerust met de noodzakelijke middelen om een eenheid van bataljonsgrootte op materieeltechnisch gebied inzetbaar te houden, dan wel te maken. Deze pelotons richten zich op de vier primaire processen onderhoud, beheer, bevoorrading en opleg.
AAT
AAT: Is de afdeling transport verzorgt het vervoer over weg of water van materiaal, eten en alle andere noodzakelijke dingen die nodig zijn. Is de logistieke dienst van het Nederlandse leger.
verbinding
Verbindingen: De verbindingsdienst bestaat momenteel uit twee "Communication and Information Systems" (CIS) bataljons die ter ondersteuning van het Nederlands/Duitse legerkorps kunnen worden ingezet. Daarnaast vind men op alle niveaus binnen de landmacht, van bataljon tot legerkorps, verbindingspersoneel en verbindings-dienstelementen (doorgaans aangeduid als "C2 Ost") ter ondersteuning van de communicatie en bevelvoering (Command & Control).
artillerie
Kanonnier: Traditionele aanduiding voor een militair met de rang van soldaat bij de artillerie. Het wapen dat vuursteun geeft aan de eigen troepen. Bij de moderne artillerie maakt men nog slechts onderscheid tussen veldartillerie, rijdende artillerie en luchtdoelartillerie.
lua
LUA: Afdeling luchtdoelartillerie.
vHeutz
Regiment van Heutz: Infanterie beveiligings compagnie.

Administratie: Verzorgen van alle administratieve handelingen, verlof aanvragen etc.
Andere emblemen zijn:
kma
JWF - KMA - KMS
mc
Mobiele Colonne - Grenadiers - Juridiche dienst

Onderstaande emblemen konden op het uitgaansuniform gedragen worden.
1- voor het rijden van vele kilometers een insigne.
2- is voor scherpschutter.

> Vervolg naar rechtermouw emblemen >>