Margreet heeft weer slecht geslapen. Terwijl André een snelle douche neemt maakt Margreet nog wat opnamen met de video vanuit het hotelkamerraam. Als we naar beneden gaan om te ontbijten en uit te checken, komen we het kamermeisje tegen. Snel drukken we haar nog wat geld in de hand. Hopelijk ziet haar baas, een mannetje verderop in de gang, het niet en mag ze het geld houden. Om kwart voor 10 staat de taxi voor het hotel. Om 10 uur moeten we inchecken. Met een beetje gemengde gevoelens checken we in op het vliegveld van Addis voor een binnenlandse vlucht naar Bahir Dahr. De security-check is erg grondig. Een voor een moeten we in een soort pashokjes. Daar wordt er gefouilleerd. Mijn zakmes stopt de ijverige wetsdienaar in zijn borstzakje, later zal ik het terug krijgen, zegt hij. De bagage gaat door een röntgen-apparaat en wordt grondig gecheckt. De bagage gaat separaat naar het vliegtuig. Daarna gaan we om 11.40 met een bus naar het vliegtuig. Bij het vliegtuig worden onze paspoorten nogmaals nagekeken. Aansluitend moeten we onze bagage aanwijzen. Pas daarna mogen we instappen. Aan het einde van de trap staat de wetsdienaar glimlachend klaar met mijn zakmes. Hij geeft mij het mes netjes terug. Het vliegtuig vertrekt keurig op tijd. En komt ook precies volgens planning aan in Bahir Dahr. We zijn benieuwd. Eerst netjes door de "gates" naar buiten. Het vliegveld ziet er slecht uit. De sporen van de oorlog zijn wel heel erg duidelijk te zien. Ooit is er een echte verkeerstoren geweest, maar daar is niets van over. Ook het gebouw zelf is niet meer dan een samenraapsel van bouwvallige componenten. En de gids? Zal hij er staan? Bij de uitgang van het vliegveld staan een aantal blauwe taxi's klaar. Ook in Addis zagen we ze veel. Bijna zonder uitzondering allemaal blauwe Fiat's. Vermoedelijk een erfenis van de Italiaanse bezetter. Ethiopië is nooit gekolonialiseerd. Wel zijn er pogingen van de Italianen geweest om het land in te nemen, maar dat is niet gelukt. Daarmee is Ethiopië het enige land in Afrika waarbij er geen daadwerkelijke machtsovername is geweest door een vreemde mogendheid! En de gids? Wij kijken om ons heen. Plotseling staat er een jongeman naast ons die zich voorstelt als Ammanuel. Ammanuel heeft een vlotte babbel en spreekt zelfs behoorlijk Engels. In een paar minuten tijd belooft hij ons van alles. Als nuchtere Hollanders laten we het allemaal maar op ons afkomen en spreken af dat we straks eerst maar een tochtje gaan maken naar het buitenverblijf van Haile Selassie [info] en daarna een ritje richting de monding van de Nijl. Dat lijkt ons in eerste instantie voldoende. We rijden de stad binnen. Er lopen veel mensen in het wit. Ook staan er weerszijden van de weg palmbomen.
De aankomst in Bahir Dahr
Vrij snel hebben wij het idee dat het volgens Ammanuel allemaal niet snel genoeg kan gaan. Als het aan hem ligt zal hij onze tijd in Bahir Dahr wel even volplannen.
De eerste kriebels krijgen we bij het inchecken in het hotel. In Addis hebben we al een beetje afgetast welk hotel er bij onze wensen en onze beurs past. De goedkope hotelletjes kosten zo'n 15 Birr per nacht. Het hotel dat wij op het oog hebben kost 85 Birr per nacht. Het Arba Minch hotel, zo heet het hotel dat wij op het oog hebben, is niet echt internationaal ingesteld. Er is geen Engels sprekende "receptionist", het "inschrijfregister" is geheel in het Amhaars. En bovendien wordt ons gevraagd om alvast 7 overnachtingen vooruit te betalen. Dat lijkt ons geen goed idee. Met een iets onvriendelijke tongval maken we duidelijk dat we niet van plan zijn dat te doen. Na enig overleg met onze pas verworven gids gaat de vrouw achter de balie accoord. Overigens is er nog een veel duurder alternatief: het Lake Tana hotel voor de prijs van 300 Birr per nacht. Later blijkt onze keus voor het Arba Minch hotel niet echt verkeerd. Met de sleutel in de hand lopen we naar onze kamer. Het kostte enige moeite om de deur open te krijgen. André inspecteert eerst de kamer. In eerste instantie ziet het er niet slecht uit. Er staat een ruim bed in, de kamer ziet er redelijk schoon uit. Het toilet en de doucheruimte zien er minder indrukwekkend uit. Er is een toilet en een wasbak, maar geen stromend water. Althans, er staat een groot conservenblik met water. En nu maar hopen dat dit blik elke dag opnieuw gevuld zal worden. Bahir Dahr ligt op lagere hoogte, dus is er meer kans op malaria. Voor het eerst moeten we beginnen met het innemen van onze malaria-pillen. Een noodzakelijk kwaad. De eerste kennismaking met de pillen geeft een beetje raar gevoel in onze maag. Conform de bijsluiter. Nadat we ons een beetje vertrouwd hebben gemaakt met de kamer en de klamboe hebben opgehangen, komen Ammanuel en zijn assistent ons halen voor de "City Tour". Als allereerste moeten we onze vlucht naar Lalibela weer bevestigen. Dus eerst even naar het kantoor van Ethiopian Airlines.
Daarna dus een stukje door de stad. Want zo kun je Bahir Dahr wel noemen. Een plaats met 100.000 inwoners en met een universiteit is geen dorp meer. De stad ziet er best wel leuk uit. In het centrum zijn winkeltjes, cafés, restaurantjes, muziekwinkels met cassettebandjes. Hierna laat Ammanuel ons de markt van Bahir Dahr zien.
De markt van Bahir Dahr
Verkoop van de "Gilgil"
Vanuit het centrum rijden we richting de Nijl. Even buiten de stad zien we een brug. Een brug die over de verbinding tussen de Nijl en het Tanameer ligt. Volgens onze gids is het water niet ongevaarlijk, nijlpaarden en krokodillen houden zich er op. Daarna gaat onze weg omhoog, richting het buitenverblijf van Haile Selassie. De zogenaamde Palace Road. Onze taxi heeft één werkende koplamp en vier gladde banden. Onderweg komen we nog een blauwe taxi tegen, deze staat te wachten aan de kant van de weg met een lekke band. Het buitenverblijf ziet er verwaarloosd uit. Na Haile Selassie's dood is er waarschijnlijk niet veel geld meer ingestoken. Langzaam rijden we er langs, stilstaan is niet toegestaan. De rit, die overigens erg de moeite waard is, gaat verder naar een uitzichtspunt. Daar zullen we de Nijl beter kunnen zien. Dat blijkt te kloppen, een schitterend mooi vergezicht.
De Nijl
Op de terugweg naar het hotel spreken we af dat we morgenvroeg naar de watervallen zullen gaan. De zogenaamde Blue Nile Falls. De bron van de Blauwe Nijl. Het is inmiddels al aardig donker geworden. Omdat we in Addis het advies gekregen hebben om in het Tana hotel te gaan eten laten we ons daar afzetten. Het Tana hotel blijkt vlakbij ons hotel te liggen. Het ziet er allemaal erg goed uit. Er is veel bedrijvigheid en overal zijn zitjes en knusse hoekjes. Buiten op het terras met uitzicht over het meer bestellen we een meergangenmenu met soep, vis, aardappelen, groente en banaan. Het smaakt ontzettend goed. We blijven er nog even lekker rondhangen tot het een uur of 9 is. Daarna lopen we in het donker terug naar ons hotel. Onderweg komen we heel weinig mensen tegen. Best wel een beetje spannend. Na een minuutje of 10 komen we weer bij ons hotel aan. Alweer een indrukwekkende dag. Morgenvroeg om 7 uur worden we gehaald voor de rit naar de watervallen. De bron van de blauwe Nijl.