Vandaag staat een 'dubbel-bezoek' op het programma. Eerst gaan we naar een weeshuis. We rijden naar Debre Zeit of Debre Zeyit zoals het ook wel eens geschreven wordt. De weg er naar toe is niet echt geweldig, maar voor Ethiopische begrippen is de weg zeker niet slecht. Onderweg is er van alles te zien. De weg naar de Blue Nile Falls liet ons veel 'langzaam' vervoer zien; mensen te voet, ezeltjes, karretjes. Deze weg wordt voornamelijk gebruikt door gemotoriseerd vervoer.
Op weg naar Debre Zeyt.
Veel walmende vrachtwagens en veel blauw dampende auto's. Omdat Ethiopië relatief hoog ligt en Addis ook, zouden de auto's eigenlijk qua verbranding bijgesteld moeten worden. Maar ja, er zijn heel veel andere prioriteiten. Vlak buiten de stad moeten we even wachten. Er staat een vrachtwagen half op de weg. Een van de banden is lek. Na een paar minuten gaat de reis verder. Halverwege zien we ineens een spoorlijn. De enige spoorlijn in Ethiopië. De spoorlijn loopt richting Djibouti. Het lijkt ons heel interessant om met zo'n trein richting Dire Dawa of Harar te gaan. Maar dat plan moeten we uitstellen tot een volgende gelegenheid. We genieten verder van de trip. We zien ineens een soort berg voor ons verschijnen. Volgens de info die we krijgen ligt daar een militair depot en zou er zich ook een soort vliegveld bevinden. De reis gaat verder. Op een gegeven moment slaan we met de auto een zijweg in richting het weeshuis. Het weeshuis is ontstaan als gevolg van de jarenlange oorlog met Eritrea. Na de oorlog met Eritrea bleven er Eritrese kinderen achter in Ethiopië. Deze kinderen, vooral weeskinderen, werden daarom in dit tehuis geplaatst. We draaien het terrein op. We zien een aantal barakken en ook een hele grote tent. We worden te woord gestaan door de directeur, een hele sympathieke man. Hij neemt alle tijd voor ons om uitgebreid te vertellen over 'zijn' weeshuis. De middelen zijn, zoals dat meestal het geval is, zeer beperkt. Onze pennen, stiften, schriften, gummetjes et cetera komen prima van pas. Hij leidt ons eerst door een barak en daarna door een flinke tent. De tent heeft een dubbele functie. In eerste instantie wordt er les gegeven. En daarnaast wordt de tent ook als een kantine gebruikt. Naast de tent ligt een soort bekken. Het lijkt wel een soort zwembad. Maar dan zonder water, glijbaan en duikplank. Van de tent gaan we naar een volgende barak. Hier bevinden zich grote slaapzalen. Aan het einde van de rondleiding worden we hartelijk uitgenodigd voor een kopje bijzondere Ethiopische thee. Dit hebben we nog niet eerder geproefd. De thee heeft een heel aparte, kruidige smaak. Volgens Lilian en Hannah, die ook mee is, zit er niet alleen thee in, maar ook theekruiden. Het smaakt een beetje gember-achtig. Als we na het tweede kopje thee naar buiten gaan zit Byniam op de trap bij de voordeur. Om hem heen voornamelijk meisjes. Ze kijken allemaal naar zijn horloge. Een plastic, kitscherig kinderhorloge. Maar de meiden vinden het allemaal prachtig. Ondertussen is het alweer tijd om op te stappen. We nemen afscheid van de directeur en bedanken hem. We rijden daarna met de auto naar de overkant van de straat. Daar is Wereldkinderen druk bezig met een project. Er wordt een nieuw weeshuis gebouwd. Het is nog niet af, maar het ziet er al aardig uit. De fundamenten liggen er al. Enkele gebouwen staan ook al overeind.
Het Wereldkinderenproject in aanbouw.
Na het bezoek stappen we weer in de auto. Als we richting de hoofdstraat Addis - Nazareth rijden zien we op een kruising een groot aantal lakens met rode pepers. De pepers liggen er te drogen om later verwerkt te worden voor de 'berbere', het Ethiopische rode peperpoeder.
Pepers[berbere] liggen te drogen.
Tegen een uur of half 1 zijn we terug in het Hilton. We vragen Efraïm, de Wereldkinderen chauffeur, of hij ons 's middags naar de Mercato wil brengen. De grootste markt van Afrika wordt er gezegd. Die moeten we eigenlijk wel bezoeken. Efraïm reageert absoluut niet enthousiast. Maar uiteindelijk is hij na enig aandringen toch bereidt om ons te brengen. Even voor drieën rijden we er met z'n allen naar toe. Bij de markt aangekomen zoekt Efraïm naar een parkeerplaatsje. Als we uitstappen staat Efraïm te kletsen met een jongeman. We kunnen het niet verstaan, maar we begrijpen dat hij de jongen geld belooft als hij netjes op de auto past. Byniam is best wel moe, dus hij loopt niet echt actief mee, maar hangt meer rond André's schouders. Margreet heeft de handen meer vrij en koopt een kleed en een jasje. De markt is ontzettend druk. Je kunt je er dus niet echt 'vrij' bewegen. Efraïm loopt een beetje met ons mee, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Volgens ons wil hij liever zo snel mogelijk terug. Rond een uur of 5 gaan we terug naar het Hilton en drinken met z'n allen een kop koffie op het terras. Na de koffie lopen we naar het winkeltje van het Hilton en kopen daar brood, kaas en melk. We trekken ons lekker terug in onze suite. Even op ons zelf. Even alleen met elkaar. Tegen de avond is het tijd om Byniam maar eens in bad te stoppen. We denken dat hij na de drukke dag en het warme bad wel snel zal slapen. Niet dus. Hij praat heel veel en huilt af en toe. Het duurt heel lang voordat hij eindelijk gaat slapen. Het valt ons op dat hij 's avonds heel vaak hetzelfde woord gebruikt. Iets als 'biskito'. Als we de volgende dag de kamerjuffrouw vragen begint ze met Byniam een gesprekje. Na een paar minuten is ze er achter: meneer wil een koekje hebben voordat hij gaat slapen!. Als we dat geweten hadden, had hij er wel meer dan 1 mogen hebben. Zoals elke dag zit deze ook vol met ervaringen. Als we straks thuis komen zullen we veel tijd nodig hebben alles te verwerken.