Als we wakker worden horen we, zoals elke ochtend in het Hilton, de auto's langsrijden. Byniam heeft het natuurlijk over "makina's". Hij vindt het prachtig. Het kinderbedje met de glanzende spijlen komt tot aan zijn borst. Hij duwt zich een beetje op, klimt over de rand en ploft in ons bed. Daarna laat hij zich van het bed rollen en gaat even "shiente". Het blijft nog een beetje onwennig idee: vanavond zitten we met z'n allen in een vliegtuig op weg naar Nederland. Eerst maar eens wassen en ontbijten. Byniam is erg opgewekt. Onder het ontbijt brabbelt hij van alles, jammer dat we geen Amhaars kunnen begrijpen. Je zou graag willen weten wat er allemaal in zijn koppie omgaat. Tijdens het ontbijt praten we veel Nederlandse woorden en een paar woordjes Amhaars er tussendoor. Op een gegeven moment beginnen we met telwoorden 1,2,3,4 en 5. Net als het even stil is begint Byniam in het Nederlands na te tellen. 1,2,3,4, 5. En bij het laatste telwoord kijkt hij met een blij gezicht. Bijna triomfantelijk. We kijken elkaar allemaal even verbaast aan. Hij lijkt wel een aangeboren taalknobbel te hebben. Als we klaar zijn met eten, wassen en tanden poetsen komen de anderen hun koffers brengen. Het signaal voor de laatste middag in het Hilton. Het is ook vandaag ook weer aangenaam buiten. Niet extreem warm, maar wel lekker. Ideaal om naar het zwembad te gaan.
Byniam rust even uit bij "papa".
Of rust even uit bij "mama".
Aan het einde van de middag eten we een hapje in het restaurant. En dan beginnen we ons toch een beetje opgejaagd te voelen. Over een paar uur worden we gehaald. Na het eten bereiden we ons langzaam voor. De koffers worden verzameld. De rekeningen worden betaald. De papieren worden gecontroleerd. Hebben we de paspoorten? Hebben we voldoende dollars voor de luchthavenbelasting? Hebben we alle tickets? De spanning loopt steeds een beetje verder op. Lilian is gelukkig mooi op tijd. De auto wordt volgepropt. Ondertussen is het alweer behoorlijk donker geworden. Naar het vliegveld is het een klein half uurtje rijden. Of je nu aankomt, of dat je nu wegrijdt, er staan altijd mensen klaar om je koffer te dragen. Met enige ervaring lopen we vastberaden door naar de ingang. We lopen direct door naar de incheckbalie. Dat gaat allemaal redelijk voorspoedig. De wachtruimte is boven. Als we daar naar toe willen lopen worden we tegengehouden, we hebben geen stempel voor betaalde luchthavenbelasting. Klopt, die moeten we nog betalen. Erg logisch is het niet maar we moeten dus weer terug naar de andere kant van de vertrekhal. In een soort hokje zit een man heel enthousiast stempels uit te delen tegen een vergoeding van 10 dollar. Na deze plichtpleging mogen we dan eindelijk 'omhoog'. Met de Birrs die we nog over hebben kopen we nog een paar T-shirts en een fotoboek. De laatste muntjes besteden we aan frisdrank. Althans, we kopen flesjes. De flesopener blijkt zoek. En dat voor een 'International Airport'. Ondertussen is er een vliegtuig uit Frankfurt aangekomen. Daarmee gaan wij dus terug. Na een uurtje is het eindelijk zover. We stappen aan boord en laten veel herinneringen achter. Er zijn mensen die zeggen dat Ethiopië je nooit meer los laat. We zullen zien. Later zal blijken dat dit inderdaad klopt. Als we eenmaal zitten blijkt André's plaats dubbel geboekt te zijn. Een Duitser meent ook recht te hebben op André's stoel. Als André aangeeft dat hij niet van plan is de plaats af te staan, haalt de opdringerige Duitser er een purser bij. Conclusie: de stoel is dubbel geboekt. De "dubbelaar" krijgt tot zijn ongenoegen een andere plaats aangeboden. De vlucht vertrekt keurig op tijd. Als we eenmaal "airborn" zijn, is het tijd om een oogje dicht te doen. Vreemd idee dat we aan de andere kant van de nacht zullen landen in een heel andere wereld, een veel kouder Frankfurt.